Video: Biblical Series I: Introduction to the Idea of God 2024
Mensen creëren menselijke wetten - niet God of de natuur. De katholieke kerk houdt vol dat natuurlijke en goddelijke wetten onveranderlijk en eeuwig zijn, omdat ze van God komen. De menselijke wetten - of ze nu van de kerk of de overheid komen - worden echter bepaald door hedendaagse omstandigheden, zoals tijd, plaats en cultuur. Ze zijn positief omdat ze duidelijk zijn geschreven en uitgevaardigd. Katholieken zijn verplicht om menselijke wetten te gehoorzamen zolang die wetten niet in strijd zijn met de goddelijke wet of de natuurlijke morele wet.
Soms, de drie soorten wetten die de katholieke kerk zwaluwstaart herkent: Het achtste gebod is "Gij zult niet stelen", natuurlijke morele wet vertelt mensen met reden dat het nemen van iets dat niet van hen is is onethisch en verkeerd, en burgerlijke wetten maken diefstal een misdaad - een strafbare.
Het positieve recht van de mens omvat zowel burgerlijk recht als canon (kerk) recht:
-
Burgerlijke wetten zijn alle wetten die door steden, staten, naties en internationale gemeenschappen, zoals de Verenigde Naties (VN) en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO). Omdat burgerlijke wetten (zijnde menselijke wetten) niet perfect zijn, kunnen en moeten ze worden geïnterpreteerd en toegepast door een erkende autoriteit.
-
Canon (kerk) recht: Canon-wetgeving is de hoogste wet van de kerk en specificeert de universele normen en voorschriften voor de hele kerk. De daadwerkelijke toepassing en implementatie van deze universele wetten zijn te vinden in de Roman Ritual, boeken die de noodzakelijke gebeden bevatten en de vereisten voor een geldige en legale viering van de sacramenten.
Amerikaanse wetten zijn losjes gebaseerd op Engels Common law, dat de rechten van individuen verdedigt - met name het recht van de beschuldigde op een eerlijk proces en het recht om onschuldig te worden verondersteld totdat het is bewezen in een rechtbank. De wetten van de katholieke kerk zijn echter meer verwant aan de Romeinse wet, die de ontdekking van de waarheid als de primaire richtlijn zoekt. Beide zijn goede benaderingen maar gebruiken verschillende perspectieven. Het Engelse systeem gebruikt een jury van gelijken om onschuld of schuld te bepalen. Het Romeinse systeem gebruikt de getuigenis en het bewijs dat aan een rechter of tribunaal van rechters wordt gegeven om de waarheid van de zaak te achterhalen.