Hoe u dimensies aan een tekening kunt toevoegen in AutoCAD 2014 - dummies

Op een gegeven moment moet u dimensies toevoegen aan uw AutoCAD-tekening. Begin met deze oefening om de dimmingsfunctionaliteit van AutoCAD te introduceren door lineaire dimensies te maken die de horizontale of verticale afstand tussen twee eindpunten weergeven:

Start een nieuwe tekening met behulp van de acad. dwt-sjabloonbestand.

In deze stap wordt een tekening gemaakt met Engelse eenheden, ook als uw standaardinstallatie de statistiek gebruikt. Het bespaart luie schrijvers van het moeten dupliceren van onze instructies voor metrische gebruikers.
Gebruik de opdracht Lijn om een niet-orthogonale lijn te tekenen.

Een niet-orthogonale -lijn is een segment dat niet horizontaal of verticaal is. Maak de lijn ongeveer 6 eenheden lang, in een hoek van ongeveer 30 graden naar boven aan de rechterkant.
Stel een laag in die geschikt is voor dimensies als actueel.

Oké, je bent begonnen met een lege sjabloon, dus het heeft geen specifieke lagen, maar hier is een vriendelijke herinnering. U hebt normaal toegewijde lagen voor zichtbare randen, verborgen randen, tekst, dimensies, sectielijnen, arcering, enzovoort.
Start de DimLInear-opdracht door op de pijl-omlaag onderaan de Dimension-knop aan de linkerkant van het tabblad Dimensies van het tabblad Annotatie te klikken en op Lineair te klikken, of typ DLI en druk op Enter.

AutoCAD vraagt u:
```
Geef de oorsprong van de eerste extensielijn op of:
```
Om de oorsprong van de eerste extensielijn op te geven, snapt u naar het eindpunt linksonder van de lijn met behulp van een ENDpoint-objectmodule.

Als u ENDpoint niet als een van uw huidige actieve object-snaps hebt, geeft u een enkel eindpuntobject op door de Shift-toets ingedrukt te houden, met de rechtermuisknop te klikken en ENDpoint te kiezen in het menu dat wordt weergegeven.

AutoCAD vraagt u:
```
Geef de oorsprong van de tweede extensielijn op:
```
U moet objectknaps gebruiken bij het toepassen van dimensies om later bewerken naar behoren te laten werken.
Om de oorsprong van de tweede extensielijn te specificeren, snapt u naar het andere eindpunt van de lijn door opnieuw een ENDpoint-objectmagneet te gebruiken.

AutoCAD tekent een horizontale dimensie (de lengte van de verplaatsing in de richting van links naar rechts) als u het dradenkruis boven of onder de lijn verplaatst. Het tekent een verticale dimensie (de lengte van de verplaatsing in de op-en-neer-richting) als u het dradenkruis naar links of rechts van de lijn verplaatst.

AutoCAD vraagt u:
```
Geef maatlijnlocatie op of 
[Mtext / Text / Angle / Horizontal / Vertical / Rotated]:
```
Verplaats de muis om het gewenste type dimensie te genereren - horizontaal of verticaal - en klik vervolgens op de plaats waar u de maatlijn wilt plaatsen.

AutoCAD tekent de dimensie.

Wanneer u de locatie van de dimensielijn opgeeft, wilt u meestal niet objecten magnetiseren met bestaande objecten. In plaats daarvan wilt u dat de dimensielijn en -tekst in een relatief leeg gedeelte van de tekening zitten in plaats van dat deze tegen bestaande objecten botsen. Schakel indien nodig de actieve objectmoment tijdelijk uit (klik bijvoorbeeld op de OSNAP-knop op de statusbalk) om te voorkomen dat de maatlijn aan een bestaand object wordt gekoppeld.

Als u de volgende dimensieregels gemakkelijk wilt kunnen uitlijnen, schakelt u de Snap-modus in en stelt u een geschikte klikafstand in (dit is gemakkelijker dan hierboven!) Voordat u het punt kiest dat de locatie van de maatlijn bepaalt. U kunt ook de opdracht DIMSPACE gebruiken om verschillende bestaande dimensies te selecteren en deze vervolgens gelijkmatig in te delen.
Herhaal stap 4-7 om een andere lineaire dimensie van de tegenovergestelde richting te creëren (verticaal of horizontaal).
Klik op de regel om deze te selecteren.
Klik op een van de handvatten aan het einde van de regel en sleep deze om.

De dimensies worden automatisch bijgewerkt, live en in realtime, om de huidige waarden weer te geven terwijl u de muis beweegt.

U dimt waarschijnlijk niet op vier cijfers achter de komma, gebruikt een ander lettertype voor tekst, gebruikt Engelse en metrische eenheden of moet productietoleranties weergeven. Geen probleem. AutoCAD bestuurt het uiterlijk van dimensies door middel van bematingsstijlen, net zoals het het uiterlijk van tekst bestuurt met tekststijlen en tabellen met tabelstijlen.

AutoCAD gebruikt in feite ook tekststijlen om het uiterlijk van de tekst in dimensies te regelen. AutoCAD heeft ongeveer 80 variabelen die kunnen worden gebruikt om dimensies te verdraaien in zowat elke perversie die uw branche of bedrijf zich kan voorstellen.