Video: Hole-in-one met een servosysteem - winnaar GIPS4VIPS 2013 cat. TSO 2024
Met de functie Batch in Photoshop CS6 kunt u een actie op een groep bestanden toepassen. Stel dat u wijzigingen in een reeks bestanden wilt aanbrengen. Dat kan even duren als je het individueel doet. Als u ook uw originele bestand wilt behouden, moet u onthouden om elk bestand in een nieuwe map op te slaan. Batchverwerking kan saaie klusjes voor u automatiseren.
Als u deze handige tool wilt uitproberen, kopieert u enkele bestanden (minimaal vijf of zes) naar een nieuwe map en voert u de volgende stappen uit:
-
Zorg ervoor dat alle bestanden zich in een enkele map bevinden.
Alle submappen worden in die map opgenomen.
-
Kies Bestand → Automatiseren → Batch.
Het dialoogvenster Batch wordt geopend.
-
Selecteer in het pop-upmenu Set de set met de actie die u wilt toepassen.
Als u slechts één reeks acties hebt geladen, wordt die reeks standaard weergegeven.
-
Selecteer in het pop-upmenu Actie de actie die u wilt toepassen.
-
Selecteer Map in het pop-upmenu Bron.
U kunt ook Geopende bestanden selecteren om bestanden te verwerken die u al hebt geopend in Photoshop, Importeren om een reeks bestanden te verwerken die zijn vastgelegd met uw scanner of die zijn overgedragen van uw digitale camera, of Bridge naar procesbestanden die u hebt geselecteerd in Adobe Bridge.
-
Klik op de knop Kiezen, ga naar de map die u wilt gebruiken en klik op OK (in Windows) of Kiezen (in Mac OS).
-
Selecteer naar wens andere opties in het gebied Bron.
Hier volgt een beschrijving van uw keuzes:
-
Actie overschrijven & ldquo; Open & rdquo; Opdrachten: Selecteer deze optie als de macro een opdracht Open bevat. Als deze optie actief is, vervangt Photoshop Open-opdrachten in de acties die specifieke bestanden gebruiken.
-
Inclusief alle submappen: Selecteer deze optie om bestanden in submappen te verwerken binnen de map die u opgeeft.
-
Onderdruk File Open Options Dialogs: Selecteer deze optie om Photoshop alle opties te laten verwijderen die mogelijk zouden kunnen worden geselecteerd bij het openen van een bestand.
-
Kleurprofielwaarschuwingen onderdrukken: Als u dit selectievakje inschakelt, wordt de keuze voor het gebruik van het eigen kleurprofiel van een bestand of het standaardprofiel van Photoshop onderdrukt; Photoshop gebruikt altijd zijn eigen standaardkleurenprofiel.
-
-
Vertel in het gebied Bestemming aan Photoshop wat te doen met elk bestand nadat de actie erop is toegepast.
Kies er een uit het vervolgkeuzemenu:
-
Geen: Laat het bestand open op uw Photoshop-bureaublad zonder het op te slaan.
-
Opslaan en sluiten: Sluit de bestanden in dezelfde map waarin Photoshop ze heeft gevonden. Je originele bestand wordt overschreven.
-
Map: Slaat het document op in een map.
-
-
Als u in Stap 8 Map hebt gekozen, klikt u op de knop Kiezen en navigeert u naar een doelmap voor uw bestanden.
-
Selecteer de opheffingsactie & ldquo; Opslaan als & rdquo; Het selectievakje Opdrachten om de parameters Opslaan als in de actie te negeren en de bestandsnamen van de bestanden te gebruiken.
-
Geef aan hoe u wilt dat Photoshop de bestandsnamen voor de nieuwe, verwerkte bestanden maakt door opties te selecteren in de vervolgkeuzemenu's.
Wanneer u grote aantallen bestanden verwerkt, kunnen deze naamgevingshulpmiddelen u helpen bijhouden wanneer en hoe de bestanden zijn gemaakt.
-
Schakel het selectievakje Windows, Mac OS of Unix in om op te geven voor welk besturingssysteem u de opgeslagen bestandsnamen wilt gebruiken.
-
Selecteer in het pop-upmenu Fouten of u wilt dat Photoshop stopt met het verwerken van een batch wanneer er een fout optreedt of dat u wilt dat de batch gewoon doorgaat en de fouten in een bestand weergeeft. Als u de laatste optie selecteert, klikt u op de knop Opslaan als en geeft u in het dialoogvenster Opslaan een naam en locatie op voor het logboek.
-
Wanneer u klaar bent met het selecteren van opties in het dialoogvenster Batch, klikt u op OK om de batchverwerking te starten.