Hoe Layer Groups maken in Photoshop CS6 - dummies

Geeks kunnen genieten van het digitale antwoord van Photoshop CS6 op de manilla-map waarmee je lagen kunt ordenen in laaggroepen. U kunt laaggroepen uitbreiden of samenvouwen om hun inhoud te bekijken of verbergen.

In hun ingeklapte staat zijn laaggroepen een prima tegengif voor het irritante scrollen dat je moet doen in een overvloedig gelaagd bestand. Met groepen kunt u dekkingsinstellingen, overvloeimodi en laagstijlen tegelijkertijd op meerdere lagen toepassen.

Als u een lagengroep wilt maken, klikt u op het pictogram Een nieuwe groep maken (het mappictogram) onder aan het deelvenster Lagen. U kunt ook Nieuwe groep selecteren in het menu van het deelvenster Lagen of Laag kiezen → Nieuw → Groep. De laatste twee methoden vragen u om een ​​groepsnaam naast een paar andere opties (vergelijkbaar met gewone lagen).

U kunt uw groep een kleurcodering geven en een overvloeimodus en dekking specificeren. De standaardmodus is Doorgeven, waardoor de overvloeimodi die op de afzonderlijke lagen worden toegepast, intact blijven. Als u een andere modus selecteert, heeft die modus voorrang op alle lagen in de groep.

Nadat u uw groep hebt gemaakt, sleept u uw lagen naar de groepsmap in het deelvenster Lagen. Als de groep is samengevouwen tijdens het slepen of als u een laag bovenop het groepspictogram zelf sleept, plaatst Photoshop de laag onderaan de lagengroep.

Als de groep is uitgevouwen, kunt u de laag naar een specifieke locatie in de groep slepen. Als u de groep wilt samenvouwen of uitvouwen, klikt u op het driehoekje links van het mappictogram.

Hoewel laaggroepen vrij eenvoudig zijn, houdt u deze paar punten in gedachten:

• Net als bij normale lagen kunt u laaggroepen selecteren, dupliceren, weergeven, verbergen, vergrendelen en herschikken.

• U kunt laaggroepen nesten. Maak (of sleep) een laaggroep naar een andere laaggroep.

• U kunt een laaggroep maken uit geselecteerde lagen. Selecteer de lagen die u in een groep wilt plaatsen en selecteer vervolgens Nieuwe groep uit lagen in het menu van het deelvenster Lagen of kies Laag → Nieuw → Groep uit lagen. Geef de groep een naam in het dialoogvenster dat verschijnt en klik op OK.

• Als u een laag binnen een groep selecteert en vervolgens Laag → Schikken kiest, is de opdracht alleen van toepassing op de stapelvolgorde binnen de lagengroep.

• U kunt laaggroepen samenvoegen. Selecteer de groep en selecteer Groep samenvoegen in het menu van het deelvenster Lagen of kies Laag → Groep samenvoegen.

• U kunt de naam van uw groep wijzigen door te dubbelklikken op de groepsnaam in het deelvenster Lagen. U kunt ook Laag → Groepseigenschappen kiezen of Groepseigenschappen selecteren in het menu van het deelvenster Lagen.

• Bovendien kunt u lagen binnen een groep vergrendelen. Selecteer Alle lagen in groep vergrendelen in het menu van het deelvenster Lagen of kies Laag → Alle lagen in groep vergrendelen.