Inhoudsopgave:
Video: Werken met aanpassingslagen in Photoshop 2024
kunnen aanpassingslagen van pas komen bij het gebruik van Photoshop CS6. Nadat u de aanpassingslaag hebt gemaakt, hebt u de mogelijkheid om de aanpassingslaag te bewerken en te isoleren.
Aanpassingslagen bewerken
Nadat u een aanpassingslaag hebt gemaakt, kunt u deze gemakkelijk bewerken. Klik eenvoudig op het aanpassingslaagpictogram in het deelvenster Lagen. Maak de gewenste bewerkingen in het deelvenster Eigenschappen. De enige aanpassingslaag die u niet kunt bewerken, is de aanpassing Omkeren. Het is aan of uit.
Hoe u uw aanpassingen isoleert
Als u geen aanpassingslaag gebruikt wanneer u kleurcorrecties aanbrengt, heeft de aangebrachte correctie alleen invloed op de actieve laag (de laag gemarkeerd in het deelvenster Lagen). U kunt uw aanpassingslaag echter ook isoleren in een enkele laag of een deel van een enkele laag.
Hier zijn enkele tips voor het gebruik en de isolatie van aanpassingslagen:
-
Correct deel (maar niet alles) van een laag. Om de aanpassingslaag in staat te stellen slechts een deel van een laag te corrigeren, maakt u een selectie voordat u de aanpassingslaag maakt. De aanpassing heeft alleen invloed op de pixels in de selectie-omtrek.
De aanpassing beïnvloedt de pixels binnen de selectiekader op elke laag die zich onder de aanpassingslaag bevindt. Naast het selecteren van een deel van een laag, kunt u ook een gesloten pad maken en selecteren.
Een andere manier om een deel van een laag te corrigeren, is schilderen op het aanpassingslaagmasker. Schilderen met zwart verbergt de aanpassing, schilderen met verschillende grijsniveaus verbergt gedeeltelijk de aanpassing.
-
Clip naar de laag. Wanneer u een nieuwe aanpassingslaag toepast, heeft die aanpassing standaard invloed op alle onderliggende lagen. Als u op het clippictogram (vierkant met pijl-omlaag) klikt, heeft de aanpassingslaag alleen invloed op die onderliggende laag. U kunt de standaardinstelling voor clip wijzigen in de laag in het menu van het deelvenster Aanpassing.
-
Maak een lagengroep. U kunt een -laaggroep maken en de lagen plaatsen die u wilt aanpassen in die groep. Zorg er vervolgens voor dat de overvloeimodus is ingesteld op elke modus behalve Doorgaan.