Video: Clickx 241 - Foto's klaarmaken voor druk 2024
Gebruik de volgende lijst om uw bestand gereed te maken voor afdrukken in Photoshop CS6 om er zeker van te zijn dat uw bestand gereed is en klaar is voor probleemloze uitvoer. Merk op dat deze lijst alleen tips bevat die betrekking hebben op Photoshop.
-
Transformeer uw afbeeldingen altijd in hun oorspronkelijke toepassing. Formaat, bijsnijd, roteer, schuif en reflecteer kunst in Photoshop. Het omzetten van afbeeldingen in een illustratie- of paginalay-outprogramma kan ingewikkeld en tijdrovend zijn.
-
Zorg ervoor dat afbeeldingen eerst vanuit Photoshop kunnen worden afgedrukt. Doe dit voordat u de afbeeldingen importeert in een illustratie- of pagina-opmaakprogramma.
-
Als u Photoshop EPS-afbeeldingen in een pagina-indeling of illustratieprogramma plaatst, stelt u de halftoonrasterfrequentie in het doelprogramma in in plaats van deze in elke afbeelding in Photoshop in te sluiten. Of beter nog, stel geen halftoonrasterfrequenties in uw afbeeldingen in en laat uw servicebureau of offsetprinterhandvat deze in het andere programma instellen.
-
Bij het opslaan van Photoshop-afbeeldingen voor afdrukdoeleinden, blijf bij TIFF-, EPS-, native PSD- of PDF-bestandsindelingen. Als u niet zeker weet wat de juiste indeling is voor een specifieke taak, neemt u contact op met de offsetprinter of het servicebureau.
-
Zorg ervoor dat u de juiste kleurmodus gebruikt. Gebruik bijvoorbeeld CMYK voor kleurscheidingen voor offsetdruk en RGB voor fotografische afdrukken.
-
Maak vectorvormen en paden efficiënt. Gebruik het minste aantal mogelijke ankerpunten om het pad te maken en verwijder onnodige of verdwaalde punten.
-
Beperk het aantal lettertypen. Downloaden kost tijd. Als u het aantal lettertypen beperkt, ziet uw document er ook verfijnder en gepolijst uit.
-
Zorg ervoor dat al het scannen de juiste resolutie heeft.
-
Als uw afbeelding moet worden afgevlakt (strekken zich uit tot aan de rand van de afgedrukte pagina), houd daar dan rekening mee bij het maken van uw afbeelding. Houd er rekening mee dat u 1/8 tot 1/4 inch op elke zijde moet laten bloeden om te kunnen wegglippen wanneer het papier wordt afgesneden.
-
Wanneer u steunkleuren gebruikt, geeft u altijd kleuren op uit een Pantone-kleurstaalgrafiek en selecteert u vervolgens de kleur in Photoshop, ongeacht of dit proces of vlek is. Vertrouw nooit op de manier waarop kleuren op het scherm worden weergegeven vanwege kalibratietekortkomingen en verschillen tussen RGB- en CMYK-kleurmodellen. Maak steunkleurnamen consistent.
-
Zorg ervoor dat de spotkleurnamen van Photoshop exact overeenkomen met die van programma's waarnaar u de afbeelding importeert, zoals een illustratie- of pagina-opmaakprogramma.Anders krijgt u mogelijk een extra kleurscheiding. Print en voorzie laser- of inkjetafdrukken van uw bestand, zowel scheidingen (indien nodig) als een samengestelde afdruk.
-
Alle afdrukken met printermarkeringen afdrukken - snijtekens, registratietekens, labels enzovoort. Geef alle lettertypen op die in uw bestand worden gebruikt.
-
Voorzie zowel scherm- als PostScript-printerlettertypen, indien van toepassing. Kies Bestand → Opslaan als om uw laatste opslag uit te dunnen tot de kleinste bestandsgrootte.
-
Organiseer uw bestanden in mappen.
-
Plaats de afbeeldingsbestanden bijvoorbeeld in één map, alle lettertypen in een andere, enzovoort. Als u het bestand opslaat als EPS of DCS en het bestand opnieuw opent in Photoshop, rastert Photoshop de vectorgegevens naar pixels. Sla het origineel op in het oorspronkelijke PSD-formaat.
Als u uw gelaagde bestand opslaat als EPS, converteert Photoshop uw vectortype naar uitknippaden. Een uitgebreid klein type creëert complexe uitknippaden, wat tijdrovend en soms moeilijk te printen kan zijn. U kunt uw bestand afvlakken of de optie Vectorgegevens opnemen uitschakelen in het dialoogvenster Opslaan als EPS-opties.
Beide keuzes rasteren het type in pixels bij de resolutie van uw afbeelding. U kunt overwegen om het type in uw afbeeldingsbestand te verwijderen en het toe te passen in een teken- of paginaopmaakprogramma dat het vectortype kan behouden.