Inhoudsopgave:
Bewegingsvoorinstellingen in Adobe Flash Creative Suite 5 nemen het concept van het hergebruiken van Flash-animatiegedrag op een nieuw niveau door u toe te staan een "momentopname" van het gedrag van een animatie te maken en sla het op als een handige preset die overal en op elk moment voor elk project kan worden toegepast. Net als bij Motie kopiëren en plakken, slaan Bewaarvoorinstellingen hun gedrag op, niet specifieke symbolen.
Bewegingsvoorinstellingen zijn met name handig als u de tijd hebt genomen om een bijzonder complexe animatiereeks te ontwerpen, zoals een stuiterende bal compleet met verzwakkers en verlies van traagheid, en deze later in een ander project wilt gebruiken. U kunt het deelvenster Bewegingsvoorinstellingen gebruiken om bewegingsvoorinstellingen op te slaan, te beheren en toe te passen.
Bewegingsvoorinstellingen worden opgeslagen in de toepassing, niet in het projectbestand, zodat u vanuit elk project toegang hebt tot al uw gemaakte voorinstellingen.
Een Flash CS5-bewegingsvoorinstelling maken
Ga als volgt te werk om een Motion Preset te maken:
-
Open het deel Geprogrammeerde beweging-instellingen door Venster → Bewegingsvoorinstellingen te kiezen.
-
Selecteer op uw tijdlijn de Motion Tween-reeks die u wilt opslaan als een voorinstelling.
U kunt over het algemeen de volledige reeks selecteren door er eenmaal rechtstreeks op te klikken in het deelvenster Tijdlijn.
-
Klik in de linkerbenedenhoek van de bewegingsvoorinstellingen op het pictogram Selectie opslaan als voorinstelling.
-
Wanneer het dialoogvenster Voorinstelling opslaan als wordt weergegeven, voert u een vooringestelde naam in het tekstveld in en klikt u vervolgens op OK.
De nieuwe preset verschijnt in uw paneel met Motion Presets.
Een Flash CS5-bewegingsvoorinstelling toepassen
Nadat u een bewegingsvoorinstelling hebt gemaakt, kunt u het animatiegedrag dat in die voorinstelling is opgeslagen toepassen op alle symbolen op het werkgebied. Ga als volgt te werk om een bewegingsvoorinstelling toe te passen:
-
Klik om in de tijdlijn een laag te selecteren met een symboolinstantie waarvoor u een bewegingsvoorinstelling wilt toepassen.
Zorg voor het beste resultaat dat de laag geen andere animatie bevat en dat deze een enkel exemplaar van een symbool bevat.
-
Als het paneel Bewegingsvoorinstellingen nog niet zichtbaar is in uw werkruimte, opent u het venster door Venster → Bewegingsvoorinstellingen te kiezen.
-
Zoek de bewegingsvoorinstelling die u wilt toepassen.
Als u geen van uw eigen presets hebt, kunt u kiezen uit een aantal vooraf gedefinieerde presets in de map Default Presets.
-
Klik om de voorinstelling die u wilt toepassen te selecteren en klik op de knop Toepassen rechtsonder in het deelvenster Bewegingsvoorinstellingen.
Uw geselecteerde laag en symbool hebben nu een nieuwe animatie toegepast.
-
Druk op Enter (Windows) of Return (Mac) om een voorbeeld van de animatie op de tijdlijn te bekijken.
Hoewel u een bestaande symboolinstantie op het werkvlak met bewegingsvoorinstellingen moet targeten, als u probeert een bewegingsvoorinstelling toe te passen op niet-symboolgrafieken, converteert Flash de geselecteerde afbeeldingen onmiddellijk naar een symbool.