Video: Week 5 2024
Wat u in het deelvenster Lagencompensatie kunt doen, is dat u meerdere versies kunt maken en opslaan in een enkel hoofdbestand in Photoshop CS6. Via het deelvenster Layer Comps neemt Photoshop alle vitale statistieken van uw lagen op, inclusief hun zichtbaarheid, positie en overvloeimogelijkheden.
De volgende stappen leiden u door het paneel Lagencompensatie:
-
Kies Venster → Laagcompensatie om het paneel weer te geven.
-
Maak al uw gewenste laaginhoud.
Als u al uw bewerkingen alleen op een achtergrondlaag uitvoert, kunt u het document niet opslaan als een laagcomponent.
-
Als u een versie van het document hebt die u als een comp wilt opslaan, klikt u op de knop Nieuwe laagcomponent onderaan in het deelvenster of selecteert u Nieuwe laagcomponent in het menu van het deelvenster.
Het dialoogvenster Nieuwe laag Comp verschijnt.
Als u een comp wilt maken en het dialoogvenster Opties wilt omzeilen, houdt u de Alt-toets (Option op de Mac) ingedrukt wanneer u op de knop New Layer Comp klikt.
-
Geef uw laagcomponent een naam en selecteer de kenmerken die u wilt opnemen: Zichtbaarheid, Positie en Vormgeving (Laagstijl) van de lagen. Klik OK.
U kunt ook een optionele opmerking toevoegen over de configuratie die u vastlegt.
Als u een opmerking toevoegt, ziet u een driehoek links van de naam van de laag. Klik op het driehoekje om uw opmerking in het paneel te zien.
-
Ga door met het maken van uw verschillende configuraties van het document, waarbij u na elk een laag comp vastlegt.
-
Klik op de linkerkolom in het deelvenster Lagencompensaties om een bepaalde laagcomponent weer te geven.
Er verschijnt een documentpictogram dat aangeeft dat een bepaalde laagcomplot is geselecteerd.
-
Om efficiënt door al uw laagcomposities te bladeren, klikt u op de knop Volgende geselecteerde laag comp toepassen of op de knop Vorige geselecteerde laag Comp toepassen (de pijlen) onder aan het deelvenster Lagencompensatie.
U kunt laagcomplicaties ook minder efficiënt toepassen door de specifieke laagcomp te selecteren en Laagcomponering in het menu van het deelvenster te selecteren. Het documentpictogram gaat naar die laag en Photoshop geeft die laagcompensatie weer.
Hier zijn nog een paar Layer Comp-tidbits:
-
Een laag hernoemen: Dubbelklik eenvoudigweg op de naam in het paneel.
-
Een laag verwijderen comp: Selecteer deze en klik op het prullenbakpictogram in het deelvenster Lagencompensatie. U kunt de laagcomponent ook naar het prullenbakpictogram slepen of Laag layer comp verwijderen in het paneelmenu.
-
Een laag comp dupliceren: Selecteer deze en sleep deze naar het pictogram New Layer Comp in het paneel of selecteer Duplicate Layer Comp in het paneelmenu.
-
Een specifieke laag comp bijwerken met de momenteel actieve configuratie van het document: Selecteer de laagcomponent en selecteer vervolgens Laagcompensatie bijwerken in het deelvenstermenu of klik op de knop Laagaanpassing bijwerken onder aan het deelvenster.
-
Om uw document in de meest recente configuratie weer te geven: Selecteer Status laatste document herstellen in het paneel of klik eenvoudigweg in de kolom links van het item Laatste documentstatus in het deelvenster Lagencompensaties.
-
De volgorde van de laag comps wijzigen: Sleep de volgorde naar een nieuwe locatie in het deelvenster.
Als u uw laagsamenstellingen wilt uitvoeren, kiest u Bestand → Scripts → Laag Comps voor bestanden. Selecteer deze opdracht om Photoshop uw laagcomposities naar afzonderlijke bestanden te laten exporteren. Geef in het dialoogvenster dat verschijnt een bestemmings- en prefixnaam op voor uw bestand. Geef aan of u alleen Selected Layer Comps wilt opnemen. Laat die optie uitgeschakeld om Photoshop alle laagcomposities te laten exporteren.
Kies vervolgens het gewenste bestandstype en geef aan of u ICC-profielen en eventuele andere opties wilt opnemen, afhankelijk van het door u gekozen bestandstype. Klik op Uitvoeren en leun dan achterover en kijk hoe de magie gebeurt.