Video: #16 InDesign - Basics - Hoe print je een boekje in InDesign? 2024
U kunt uw werk afdrukken vanuit een InDesign Creative Suite 5-document op een printer thuis of op kantoor. Kies in InDesign CS5 Bestand → Afdrukken om het dialoogvenster Afdrukken te openen. Veel afdrukopties zijn beschikbaar in de lijst aan de linkerzijde van het dialoogvenster Afdrukken.
Dit zijn de opties die u waarschijnlijk zult gebruiken bij het afdrukken van InDesign-documenten:
-
Algemeen : stel het aantal exemplaren in dat u wilt afdrukken en het paginabereik dat u wilt afdrukken. Schakel het selectievakje Volgorde omdraaien in om van de laatste naar de eerste pagina af te drukken. Selecteer een optie in de vervolgkeuzelijst Volgorde om alleen even of oneven pagina's af te drukken. Als u spreads hebt die op één pagina moeten worden afgedrukt, schakelt u het selectievakje Spread in.
-
Setup : definieer het papierformaat, de richting (staand of liggend) en de schaal.
U kunt een pagina schalen zodat deze maar liefst 1, 000 procent van de originele grootte heeft of slechts 1 procent; beperk de breedte en hoogte zodat de pagina in dezelfde verhouding blijft; of gebruik de vervolgkeuzelijst Paginapositie om het document te centreren wanneer u afdrukt naar papier dat groter is dan het document dat u hebt gemaakt.
-
Markeringen en afloop : veel afdruktekens in het document in- of uitschakelen, zoals bijsnijden, afloop en registratiemarkeringen.
U wilt bijvoorbeeld deze tekens weergeven als een afloop voorbij de grenzen van de pagina loopt en u moet laten zien waar u elke pagina bijsnijdt. U ziet een voorbeeld van hoe de pagina eruitziet wanneer deze wordt afgedrukt en u kunt op elke pagina opties selecteren om pagina-informatie (zoals bestandsnaam en datum) af te drukken.
-
Uitvoer : kies hoe u pagina's wilt afdrukken - bijvoorbeeld als een scheiding of een composiet, met behulp van inkten (als u scheidingen gebruikt), of met of zonder trapping. InDesign kan documenten scheiden en afdrukken als platen (die worden gebruikt bij commercieel afdrukken) uit de instellingen die u opgeeft.
-
Afbeeldingen : hiermee bepaalt u hoe afbeeldingen en lettertypen in het document worden afgedrukt. De vervolgkeuzelijst Send Data bestuurt bitmapafbeeldingen en geeft aan hoeveel van de gegevens van deze afbeeldingen naar de printer worden verzonden. Hier zijn enkele andere opties beschikbaar tijdens het afdrukken:
-
Alle : verzendt alle bitmapgegevens
-
Geoptimaliseerde subsampling : zendt evenveel afbeeldingsgegevens als de printer kan verwerken
-
Proxy : drukt lager af -kwaliteitsafbeeldingen meestal om een voorbeeld weer te geven
-
Geen : plaatst placeholder-boxen met een X er doorheen
-
-
Kleurbeheer : kies hoe u de kleur wilt behandelen wanneer deze wordt uitgevoerd. Als u profielen hebt geladen in uw systeem voor uw uitvoerapparaten, kunt u hier de profielen selecteren.
-
Geavanceerd : Bepaal hoe u wilt dat afbeeldingen naar de printer worden verzonden. Als u geen idee hebt van Open Prepress Interface (OPI), kunt u deze instelling standaard laten staan. Ook bekend als beeldruiltechnologie, maakt het OPI-proces het mogelijk dat afbeeldingen met een lage resolutie die in InDesign zijn ingevoegd, worden verwisseld met de versie met hoge resolutie voor uitvoer.
Afvlakking moet worden aangepakt als u een slagschaduw gebruikt, een object in InDesign vlecht of transparantie toepast op objecten, zelfs als ze in Photoshop of Illustrator zijn gemaakt.
Gebruik de vooraf ingestelde gemiddelde resolutie voor desktopprinters en hoge resolutie voor professionele persuitvoer.
-
Samenvatting : u kunt geen wijzigingen aanbrengen, maar u ziet wel een goed overzicht van al uw afdrukinstellingen.
Nadat u uw instellingen hebt voltooid, klikt u op de knop Voorinstelling opslaan als u de wijzigingen wilt opslaan.