Video: Hulplijnen in photoshop 2024
In InDesign Creative Suite 5 helpen rasters en hulplijnen u elementen op de pagina uit te lijnen. Rasters en richtlijnen kunnen worden weergegeven (weergegeven) of verborgen als dat nodig is. Rasters en hulplijnen zijn vergelijkbaar, behalve dat rasters zijn ontworpen om over de pagina te herhalen en een gespecificeerde afstand van elkaar te houden. Gidsen en rasters worden niet afgedrukt wanneer u uw document afdrukt.
Gebruik rasters wanneer u elementen moet uitlijnen over een document. U kunt objecten op een pagina in een klik op het raster plaatsen, zodat u objecten nauwkeurig kunt uitlijnen of spaties kunt plaatsen.
Gidsen zijn maar iets anders, omdat ze vaak afzonderlijk worden gemaakt, maar het zijn ook niet-afdrukbare regels. Gidsen kunnen overal op de pagina (of plakbord) worden geplaatst en worden gebruikt om objecten in een lay-out nauwkeurig te plaatsen. Objecten kunnen aan hulplijnen vastklikken, net zoals ze naar een raster kunnen klikken. Roosters verschillen van hulplijnen doordat roosters niet vrij ergens op de pagina kunnen worden geplaatst.
Het documentraster wordt gebruikt voor het uitlijnen van elementen op de pagina en het basislijnraster wordt gebruikt voor het uitlijnen van de onderkant van de tekst over meerdere kolommen.
-
Als u het documentraster wilt weergeven of verbergen, kiest u Beeld → Rasters en hulplijnen → Documentraster weergeven (of verbergen).
-
Als u het basislijnraster wilt weergeven of verbergen, kiest u Beeld → Rasters en hulplijnen → Basislijnraster weergeven (of verbergen).
U ziet meteen het verschil tussen deze twee soorten rasters.
Als u objecten in uw paginalay-out wilt vastzetten op een hulplijn of op het documentraster, moet snapping ingeschakeld zijn. Als u snappen wilt inschakelen, kiest u Beeld → Rasters en hulplijnen → Uitlijnen op hulplijnen of Beeld → Rasters en hulplijnen → Uitlijnen op documentraster.
U kunt eenvoudig een gids maken en hulplijnen weergeven of verbergen wanneer nodig.
-
Zorg ervoor dat linialen zichtbaar zijn door Beeld → Linialen tonen te kiezen.
Linialen verschijnen in de werkruimte. Als u al linialen zichtbaar hebt, is de optie Beeld → Linialen verbergen in het menu Beeld. Verberg de linialen niet.
-
Verplaats de cursor naar een horizontale of verticale liniaal.
Zorg ervoor dat de cursor zich boven een liniaal bevindt.
-
Klik op de liniaal en sleep de muis naar de pagina.
Een liniaalhulplijn wordt als regel op de pagina weergegeven.
-
Laat de muis los waar u de gids wilt hebben.
U hebt zojuist een liniaalhandleiding gemaakt!
-
Als u de gids wilt verbergen, kiest u Beeld → Rasters en hulplijnen → Hulplijnen verbergen.
Deze stap verbergt de handleiding die u hebt gemaakt maar verwijdert deze niet. U kunt de gids eenvoudig weer laten verschijnen in de volgende stap.
-
Als u de handleiding opnieuw wilt bekijken, kiest u Beeld → Rasters en hulplijnen → Gidsen weergeven.
De handleiding die u hebt gemaakt, wordt opnieuw op de pagina weergegeven.
U kunt de kleur van de geleiderhandleiding die u hebt gemaakt bewerken door de muis eroverheen te plaatsen, eenmaal te klikken om deze te selecteren en vervolgens met de rechtermuisknop te klikken (Windows) of Ctrl te klikken (Mac) en een nieuwe kleur te selecteren in de Liniaal Gidsen optie.
U kunt ook de kleur van de hulplijnen en het raster in uw voorkeuren bepalen. Ga naar ze toe door Bewerken → Voorkeuren → Grids (Windows) of InDesign → Voorkeuren → Grids (Mac) te kiezen. Wanneer het dialoogvenster Voorkeuren wordt geopend, kunt u de kleur en spatiëring van de lijnen wijzigen. Klik op Hulplijnen & kaders in de lijst aan de linkerkant om de kleurinstellingen voor hulplijnen te wijzigen.