Inhoudsopgave:
Video: Testing Hypotheses - Mathematics - Probability and Statistics - TU Delft 2024
De kans is groot dat het ACT Math-examen een of meer vragen met betrekking tot de waarschijnlijkheid bevat. Er is ook een grote kans dat de kans dat je die vragen juist beantwoordt, zal verbeteren als je de volgende oefenvragen aanpakt.
Oefenvragen
- Sheila heeft 4 zwarte sokken en 2 mariniersokken op haar wasstapel. Als ze willekeurig één sok van de stapel selecteert, deze opzij legt en vervolgens een andere sok van de stapel pakt, wat is de kans dat ze het marinepaar selecteert?
De volgende vraag is gebaseerd op de volgende informatie.
De aflegstapel voor een kaartspel voor kinderen bevat 6 groene kaarten, 8 gele kaarten, 10 blauwe kaarten en verschillende rode kaarten. Er zijn geen andere kaarten op de aflegstapel. De kans om willekeurig een gele kaart van de stapel te kiezen is 1/4. Armando schudt de aflegstapel en plaatst de hele stapel met de voorkant naar beneden voor de spelers om hem klaar te maken voor verder spel.
- Om een kaart in het spel te spelen, keren de spelers de bovenste kaart van de nieuw geschudde aflegstapel om. Wat is de kans dat de eerste speler een groene kaart omdraait?
Antwoorden en toelichtingen
- Het juiste antwoord is Keuze (A). Voordat je de kans ziet dat Sheila twee navy-sokken zal kiezen, moet je eerst de kans ontdekken dat de eerste sok die ze kiest marine zal zijn. Die kans is 2/6 of 1/3 omdat 2 van de 6 sokken marine zijn. Vermenigvuldig die fractie met de kans dat de tweede sok die ze kiest ook marine zal zijn. De tweede kans is niet 1/3, omdat Sheila al een marinesok uit de stapel heeft gepikt en opzij heeft gelegd. Nadat ze de eerste mariniersok heeft gekozen, blijven er 5 sokken op de stapel liggen en slechts 1 is marine. Dus de kans dat de tweede sok die ze kiest marine zal zijn, is eigenlijk 1/5. De kans dat beide sokken die Sheila kiest een marinepaar is, wordt verkregen door 1/3 te vermenigvuldigen met 1/5, wat 1/15 is. Kies keuze (A).
- Het juiste antwoord is Keuze (A).
Eerst moet je het aantal kaarten op de afgelegde stapel weten. Als de aflegstapel 8 gele kaarten bevat en de kans om een gele kaart te kiezen 1 op 4 is, moeten er in totaal 32 kaarten op de aflegstapel liggen omdat
is hetzelfde als
De stapel heeft in totaal 6 groene kaarten, dus de kans dat een groene kaart de bovenste kaart is, is