Video: Een database maken in Excel 2024
Een SQL-databasetabel lijkt veel op een spreadsheettabel: een tweedimensionale array bestaande uit rijen en kolommen. U kunt een tabel maken met behulp van de opdracht SQL CREATE TABLE. Binnen de opdracht geeft u de naam en het gegevenstype van elke kolom op.
Nadat u een tabel hebt gemaakt, kunt u beginnen deze met gegevens te laden. (Gegevens laden is een DML, geen DDL, functie.) Als de vereisten veranderen, kunt u de structuur van een tabel wijzigen met de opdracht ALTER TABLE. Als een tabel zijn nut overleeft of verouderd raakt, elimineert u deze met de opdracht DROP. De verschillende vormen van de opdrachten CREATE en ALTER, samen met de opdracht DROP, vormen de DDL van SQL.
Stel dat u een databaseontwerper bent en niet wilt dat uw databasetabellen naar guacamole gaan als u in de loop van de tijd updates maakt. U besluit om uw databasetabellen te structureren volgens de beste genormaliseerde vorm, zodat u de gegevensintegriteit kunt behouden.
Normalisatie, een uitgebreid vakgebied op zich, is een manier om databasetabellen te structureren, zodat updates geen afwijkingen introduceren. Elke tabel die u maakt, bevat kolommen die overeenkomen met kenmerken die nauw met elkaar zijn verbonden.
U kunt bijvoorbeeld een KLANTEN tabel maken met de attributen KLANT. Klantnummer, KLANT. Voornaam, KLANT. LastName, KLANT. Straat, KLANT. Stad, KLANT. Staat, KLANT. Postcode en KLANT. Telefoon. Al deze kenmerken zijn nauwer gerelateerd aan de klantentiteit dan aan enige andere entiteit in een database die veel tabellen kan bevatten. Deze kenmerken bevatten alle relatief permanente klantinformatie die uw organisatie bijhoudt.
De meeste databasebeheersystemen bieden een grafische tool voor het maken van databasetabellen. U kunt ook dergelijke tabellen maken met behulp van een SQL-opdracht. In het volgende voorbeeld wordt een opdracht weergegeven waarmee uw KLANT-tabel wordt gemaakt:
TABEL KLANT MAKEN (Klant-ID INTEGER NIET NULL, Voornaam CHAR (15), Achternaam CHAR (20) NOT NULL, Street CHAR (25), City CHAR (20), STAT CHAR (2), Zipcode CHAR (10), Phone CHAR (13));
Voor elke kolom geeft u de naam op (bijvoorbeeld CustomerID), het gegevenstype (bijvoorbeeld INTEGER) en mogelijk een of meer beperkingen (bijvoorbeeld NOT NULL).
Als de SQL-implementatie die u gebruikt de nieuwste versie van ISO / IEC-standaard SQL niet volledig implementeert, kan de syntaxis die u moet gebruiken afwijken van de syntaxis die u hier ziet. Lees de gebruikersdocumentatie bij uw DBMS voor specifieke informatie.