Video: R 4 5 Functie AFRONDEN 2024
Hoewel R kan nauwkeurig tot maximaal 16 cijfers berekenen, u wilt niet altijd zoveel cijfers gebruiken. In dit geval kunt u een paar functies in R gebruiken voor ronde getallen. Om bijvoorbeeld een aantal tot twee cijfers achter het decimaalteken te gebruiken, gebruikt u de functie round () als volgt: >> round (123.456, cijfers = 2) [1] 123. 46
U kunt ook gebruik de functie round () om getallen te verdelen naar veelvouden van 10, 100, enzovoort. Daarvoor voeg je gewoon een negatief getal toe als het argument cijfers:
Zowel ronde () als signif () ronde cijfers naar de dichtstbijzijnde mogelijkheid. Dus als het eerste cijfer dat is gevallen kleiner is dan 5, wordt het getal naar beneden afgerond. Als het groter is dan 5, wordt het getal naar boven afgerond.
Als het eerste cijfer dat wordt weggelaten exact gelijk is aan 5, gebruikt R een regel die veel voorkomt in programmeertalen: ronden altijd af naar het dichtstbijzijnde even getal. ronde (1, 5) en ronde (2, 5) keren beide terug 2, bijvoorbeeld, en rond (-4, 5) levert -4 op.
In tegenstelling tot rond (), roteren drie andere functies altijd in dezelfde richting:
verdieping (x) rondt af op het dichtstbijzijnde gehele getal dat kleiner is dan x. Dus de vloer (123.45) wordt 123 en de vloer (-123. 45) wordt -124.
plafond (x) rondt af op het dichtstbijzijnde gehele getal dat groter is dan x. Dit betekent dat het plafond (123.45) 124 wordt en dat het plafond (123.45) -123 wordt.
-
trunc (x) rondt af op het dichtstbijzijnde gehele getal in de richting van 0. Dus trunc (123. 65) wordt 123 en trunc (-123. 65) wordt -123.