Video: Lange samenvatting 500 meter Olympische Spelen Sotsji 2014 2024
Snel schaatsen begon honderden jaren geleden in Nederland als gewoon een methode van transport. Rond 1800 had de sport zich verspreid over Noord-Europa en de Verenigde Staten. Dankzij zijn populariteit is schaatsen al sinds 1924 onderdeel van de Olympische Winterspelen, hoewel alleen de mannen mochten meedoen tot 1960, toen de eerste vrouwenevenementen plaatsvonden op Lake Placid.
De schaatswedstrijd tijdens de Olympische Winterspelen bestaat uit de volgende races voor zowel dames als heren: 500 meter, 1000 meter, 1500 meter, 5000 meter en achtervolging. Er is ook een damesrace van 3000 meter en een mannenrace van 10, 000 meter.
Bij schaatsen concurreren racers op een ovaal van 400 meter. Skaters racen in paren door verschillende heats, opbouwend naar de finale. Tijdens het verloop van de race moeten de schaatsers elke ronde van baan wisselen zonder elkaar te blokkeren of te verstoren. Als ze allebei tegelijkertijd op het overgangspunt aankomen, heeft de schaatser in de binnenste rijbaan de voorrang.
De enige gebeurtenis die dit patroon niet volgt, is de teamachtervolging. In de achtervolging beginnen twee hele teams (3 personen) meteen aan weerszijden op het ovaal. Teams gebruiken verschillende redactietechnieken om elkaar te helpen bij het afronden met de best mogelijke tijd. De tijd wordt geteld totdat alle drie teamgenoten de finishlijn passeren. Vrouwen rennen 6 ronden en mannen lopen 8.
Dankzij de hoge snelheden in deze sport gebruiken skaters vaak de meest wetenschappelijke benadering mogelijk voor zowel uitrusting als techniek. Skaters zullen volledig waterdichte body-suits dragen die zo aerodynamisch mogelijk zijn ontworpen. Ze gebruiken ook een klapschaats, waarbij alleen de teen aan het blad is bevestigd. Hierdoor kan de hiel van de voet door de slag stijgen terwijl het volledige blad op het ijs blijft.
Snelschaatsen is de snelste sport zonder hulp ter wereld, met schaatsers die vaak meer dan 35 mph rijden als de race rond het parcours. Vanwege de hoge snelheden ervaren de schaatsers een middelpuntvliedende kracht die hen van het midden van de baan weg duwt. Om het meeste uit deze natuurlijke kracht te halen, zullen skaters hun lichamen onder een hoek van ongeveer 45% in de hoeken leunen. Door dit te doen, kunnen ze een deel van de zwaartekracht gebruiken om hen sneller rond het spoor te drijven.
Nog steeds is de winstmarge vaak tot op de honderdsten van een seconde. Dit is een spannende sport om te zien!