Video: Convert Excel Spreadsheet data to XML 2024
Een toewijzingsinstructie in Java gebruikt de toewijzingsoperator (=) om het resultaat van een uitdrukking toe te wijzen aan een variabel. In de eenvoudigste vorm codeer je het als volgt:
variable = expression;
Bijvoorbeeld:
int a = (b * c) / 4;
Een samengestelde toewijzingsoperator is een operator die tegelijkertijd een berekening en een toewijzing uitvoert. Alle Java-binaire rekenkundige operatoren (dat zijn de operatoren die werken op twee operanden) hebben equivalente samengestelde toewijzingsoperators:
Operator | Beschrijving |
---|---|
+ = | Optellen en toewijzen |
- = | Aftrekken en toewijzen |
* = | Vermenigvuldigen en toewijzen |
/ = | Verdeling en toewijzing |
% = | rest en toewijzing |
De instructie
a + = 10;
komt overeen met
a = a + 10;
Technisch gezien is een opdracht een uitdrukking, geen verklaring. Dus a = 5 is een toewijzingsexpressie, geen toewijzingsinstructie. Het wordt alleen een toewijzingsinstructie als u aan het einde een puntkomma toevoegt.
Een toewijzingsexpressie heeft een geretourneerde waarde, net zoals elke andere expressie; de retourwaarde is de waarde die aan de variabele is toegewezen. De retourwaarde van de uitdrukking a = 5 is bijvoorbeeld 5. Hiermee kunt u interessante, maar niet-geadviseerde uitdrukkingen maken door toewijzingsuitdrukkingen te gebruiken in het midden van andere uitdrukkingen. Bijvoorbeeld:
int a; int b; a = (b = 3) * 2; // a is 6, b is 3
Het gebruik van toewijzingsoperators in het midden van een uitdrukking kan de uitdrukking moeilijker te begrijpen maken, dus het is niet aan te raden dat te doen.