ASVAB Woordvragen voor kennistheorie - dummies

In de stam van elk van de volgende ASVAB-praktijkoefeningen voor Word-kennis zie je een onderstreept woord. Selecteer de keuze die het beste de vraag beantwoordt in relatie tot het onderstreepte woord.

Let op de tekst van elke vraag. Sommige vragen vragen u om de dichtsbijzijnde keuze te kiezen voor het onderstreepte woord. Sommige vragen kunnen u vragen om het woord meest tegengestelde in betekenis te selecteren. Bij andere vragen zie je het onderstreepte woord dat in een zin wordt gebruikt. In dat geval is het uw taak om de keuze te selecteren die qua betekenis het meest overeenkomt met het onderstreepte woord dat wordt gebruikt in de context van de zin.

Voorbeeldvragen

Beantwoord deze vragen zo goed mogelijk.

1. Acclaim betekent bijna
   • A. enthousiaste goedkeuring.
   • B. religie.
   • C. help.
   • D. programma.

2. De student van het college heeft een ontmoeting gehad met de econoom om de betalingsopties voor het collegegeld te bespreken.

   • A. planner
   • B. penningmeester
   • C. politicus
   • D. ghost
3. Estrange betekent bijna
   • A. scherp.
   • B. klein.
   • C. vervreemden.
   • D. glanzend.
4. Momentous betekent bijna
   • A. significant.
   • B. klein.
   • C. werkelijkheid.
   • D. uit te stellen.
5. De moeder heeft haar kind getuchtigd.
   • A. getroost
   • B. uitgevoerd
   • C. ectured
   • D. toezicht
6. Obtrude betekent bijna
   • A. conditie.
   • B. absorberen.
   • C. te bereiden.
   • D. op te leggen.
7. We vroegen ons vaak af waarom Daniel in zo'n weelderig appartement woonde.
   • A. vervallen
   • B. weelderige
   • C. ver weg
   • D. afzichtelijk
8. Nu je het eenmaal hebt gelezen, is het tijd om de informatie in de Word Knowledge opnieuw samen te vatten.
   • A . bespreken
   • B. samenvatten
   • C. testen
   • D. herlezen
9. Clementie betekent het meest bijna
   • A. barmhartigheid.
   • B. kracht.
   • C. gevangenisstraf.
   • D. compliment.
10. Dit jaar heeft de mode-industrie in Parijs besloten om korte rokken en hoge hakken te schuwen.
    • A. gunst
    • B. produceren
    • C. shun
    • D. verkoop

Antwoorden en toelichtingen

Gebruik deze antwoordsleutel om de praktijkoefeningen in Word Knowledge te beoordelen.

1. B. Gebruikt als een zelfstandig naamwoord, toejuichen betekent een schreeuw van goedkeuring, dus het antwoord is Keuze (A).
2. B. Bursar is vergelijkbaar met het woord. De vraag geeft contextuele aanwijzingen over het betalen van collegegeld, en dat zou u voldoende aanwijzingen moeten geven om het juiste antwoord te selecteren, Keuze (B).
3. C. Estrange betekent vervreemden, keuze (C). Merk op dat estrange een werkwoord is, en de enige antwoordkeus die ook een werkwoord is, is Keuze (C); de anderen zijn bijvoeglijke naamwoorden.
4. A. Momentous is een bijvoeglijk naamwoord en betekent heel veel, Choice (A).
5. C. Gekastiveerd betekent gedisciplineerd of gestraft, dus Choice (C) is de meest correcte keuze. Keuzes (A), (B) en (D) hebben geen relatie.
6. D. Het juiste antwoord is Keuze (D). Obtrude betekent dat je je opdrikt of jezelf oplegt aan een ander. De andere keuzes zijn niet gerelateerd.
7. B. Opulent is een adjectief dat rijk, rijk of welvarend betekent. Keuze (B) is het antwoord dat het dichtst in de betekenis is. De andere keuzes zijn niet gerelateerd of tegengesteld aan de betekenis.
8. B. Recapituleren is een werkwoord dat betekent samenvatten. Het is ook de langere versie van de samenvatting van het woord. Het juiste antwoord is Keuze (B). Keuze (A) is enigszins dichtbij, maar Keuze (B) komt het dichtst in de buurt.
9. A. Clementie betekent vergeving of clementie bij het straffen van een persoon. Keuze (A) is het juiste antwoord. De andere keuzes zijn niet gerelateerd.
10. C. Eschew is een werkwoord dat betekent vermijden of voorkomen. Keuze (C) is het juiste antwoord en de andere antwoorden zijn niet gerelateerd.