Video: Cursus Excel Les 4: Als-functie 2024
De meeste functies in Excel hebben argumenten nodig of -ingangen. In het bijzonder hebben alle databasefuncties argumenten nodig. U neemt deze argumenten tussen haakjes op. Als een functie meer dan één argument nodig heeft, kunt u argumenten scheiden door komma's te gebruiken.
Ter illustratie zijn hier een aantal voorbeeldformules die gebruikmaken van eenvoudige functies. Dit zijn overigens geen databasefuncties. Lees deze voorbeelden door om vertrouwd te raken met de dagelijkse functies. (Of blader gewoon door deze als een opfriscursus.)
U gebruikt de functie SOM om de waarden die u als de functieargumenten opsomt op te tellen of samen te voegen. In het volgende voorbeeld zijn deze argumenten 2, 2, de waarde in cel A1 en de waarden die zijn opgeslagen in het werkbladbereik B3: G5.
= SOM (2, 2, A1, B3: G5)
Hier is nog een voorbeeld. De volgende GEMIDDELDE functie berekent het gemiddelde, of rekenkundig gemiddelde, van de waarden die zijn opgeslagen in het werkbladbereik B2: B100.
= GEMIDDELDE (B2: B100)
Eenvoudig, dat is wat functies doen. Ze nemen uw invoer en voeren een berekening uit, zoals een eenvoudige som of een iets gecompliceerder gemiddelde.