Inhoudsopgave:
- 1In QuickBooks kiest u Klanten → Klantencentrum.
- 2Als u een nieuwe klant wilt toevoegen, klikt u op de knop Nieuwe klant & opdracht en selecteert u Nieuwe klant in het pop-upmenu dat wordt weergegeven.
- 3Voer een korte naam in het tekstvak Klantnaam in.
- 4 (Optioneel) Als u uw klant factureert in een andere valuta dan uw gebruikelijke eigen valuta, selecteert u die valuta in de vervolgkeuzelijst Valuta.
- 5 Negeer het beginsaldo en de tekstvakken.
- 6Voer in de tekstvakken van het tabblad Adresinformatie de bedrijfsnaam in.
- 7Klik op het tabblad Aanvullende informatie.
- 8Voer relevante informatie in de velden in.
- 9Klik op het tabblad Betalingsinformatie.
- 10Voer relevante informatie in de velden voor dit tabblad in.
- 11 (Optioneel) Klik op het tabblad Taakinfo.
Video: EASI Financials, software voor boekhouding en financieel beheer voor de middelgrote onderneming 2025
Een klantenlijst in QuickBooks 2010 houdt al uw klanten en uw klantinformatie bij. De klantenlijst houdt bijvoorbeeld de factuuradressen en verzendadressen voor klanten bij.
1In QuickBooks kiest u Klanten → Klantencentrum.
QuickBooks geeft het Klantencentrum-venster weer.
2Als u een nieuwe klant wilt toevoegen, klikt u op de knop Nieuwe klant & opdracht en selecteert u Nieuwe klant in het pop-upmenu dat wordt weergegeven.
QuickBooks geeft het venster Nieuwe klant weer.
3Voer een korte naam in het tekstvak Klantnaam in.
U hoeft niet de volledige naam van de klant in dit tekstvak in te voeren. U wilt gewoon een verkorte versie van de klantnaam die u kunt gebruiken om naar de klant te verwijzen in het QuickBooks-boekhoudsysteem.
4 (Optioneel) Als u uw klant factureert in een andere valuta dan uw gebruikelijke eigen valuta, selecteert u die valuta in de vervolgkeuzelijst Valuta.
Als je QuickBooks vertelt dat je in meerdere valuta's werkt - je zou dit gedaan hebben tijdens het installatieproces van EasyStep Interview - wil QuickBooks je laten weten wanneer je een klant factureert en betalingen van een klant in een valuta anders dan uw eigen valuta. ( Opmerking: De vervolgkeuzelijst Valuta verschijnt niet in de afbeelding in deze lijst omdat de functie voor het volgen van meerdere valuta's niet is ingeschakeld.)
5 Negeer het beginsaldo en de tekstvakken.
Hoewel de gebruikelijke regel is dat u geen beginsaldo voor een klant wilt instellen, heeft deze regel een belangrijke uitzondering. U registreert uw debiteurensaldo op de conversiedatum door een beginsaldo in te stellen voor elke klant vanaf de conversiedatum. De som van deze beginsaldi is wat QuickBooks gebruikt om uw totale debiteuren te bepalen op de conversiedatum.
6Voer in de tekstvakken van het tabblad Adresinformatie de bedrijfsnaam in.
Deze tekstvakken bevatten contactgegevens, factuur- en verzendadressen, contactnaam, telefoonnummer voor contactpersonen, faxnummer, enzovoort.
7Klik op het tabblad Aanvullende informatie.
Op dit tabblad geeft QuickBooks verschillende andere velden weer die u kunt gebruiken om klantinformatie te verzamelen en op te slaan.
8Voer relevante informatie in de velden in.
U kunt bijvoorbeeld de vervolgkeuzelijst Type gebruiken om een klant te categoriseren als passend bij een bepaald klantentype. ?? Gebruik de vervolgkeuzelijst Termen om de standaard betalingsvoorwaarden van de klant te identificeren. Gebruik de vervolgkeuzelijst Rep om de standaardvertegenwoordiger van de klant te identificeren. Gebruik ten slotte de methode Voorkeursverzend om de standaardmethode te selecteren voor het verzenden van facturen en creditnota's van de klant.U kunt ook een volgnummer registreren, een standaard prijsniveau opgeven en zelfs op de knop Velden definiëren klikken om extra velden op te geven die u wilt verzamelen en voor de klant wilt rapporteren.
9Klik op het tabblad Betalingsinformatie.
Met dit tabblad kunt u de betalingsinformatie van de klant bijhouden.
10Voer relevante informatie in de velden voor dit tabblad in.
Op dit tabblad kunt u het klantnummer, zijn of haar kredietlimiet en de gewenste betaalmethode registreren.
11 (Optioneel) Klik op het tabblad Taakinfo.
Op het tabblad Taakinfo kunt u informatie beschrijven die is gekoppeld aan een specifieke taak die voor een klant wordt uitgevoerd. U gebruikt het tabblad Taakinfo als u niet alleen een klant instelt, maar ook een taak voor die klant instelt.
