Inhoudsopgave:
Video: E.O. Wilson: Advice to young scientists 2024
Ouderdomsproblemen op de ASVAB brengen uitzoeken hoe oud iemand is, was of zal zijn. Je lost ze meestal wel op door hun leeftijd te vergelijken met die van andere mensen.
Soms kunt u een leeftijdsprobleem oplossen door een oplossing met één variabele te gebruiken en soms zijn er verschillende variabelen nodig. Zoals u zult zien, zijn er manieren om hetzelfde probleem op te lossen door een oplossing met één variabele of een oplossing met twee variabelen te gebruiken.
Eén-variabele oplossing
Sid is twee keer zo oud als Mary. Over drie jaar is de som van hun leeftijd 66. Hoe oud zijn ze nu?
Laat de leeftijd van Mary = x. Omdat Sid twee keer zo oud is als Mary, kan zijn leeftijd worden weergegeven als 2 x.
Over drie jaar is de leeftijd van Mary x + 3 en Sid's leeftijd is 2 x + 3. De som van hun leeftijd is 66.
Jij heb nu een vergelijking waarmee je kunt werken:
Wat stond x weer voor? Was het de leeftijd van Mary of Sid's leeftijd? Zorg ervoor dat u duidelijk de variabelen op uw kladpapier markeert, zodat u niet gefrustreerd raakt en uw haar scheurt voor alle anderen. Dat veroorzaakt praten.
x staat voor Mary's leeftijd, dus Mary is 20 jaar oud. Omdat Sid twee keer zo oud is als Mary, is Sid 40 (2 × 20 = 40).
Als je tijd hebt, controleer dan je antwoord om te zien dat dit logisch is: Sid (40 jaar) is twee keer zo oud als Mary (20 jaar). Over drie jaar is de som van hun leeftijd (40 + 3) + (20 + 3) = 43 + 23 = 66. Het past! Is wiskunde niet leuk?
Twee-variabele oplossing
Sid is twee keer zo oud als Mary. Over drie jaar is de som van hun leeftijd 66. Hoe oud zijn ze nu?
Laat m = Mary's leeftijd en s = Sid's leeftijd. Je weet dat Sid twee keer zo oud is als Mary, dus s = 2 m. Dat geeft je je eerste vergelijking.
Je weet ook dat in drie jaar de som van hun leeftijden 66 is. Vermeld mathematisch:
( m + 3) + ( s + 3) = 66
U kunt deze vergelijking vereenvoudigen:
U hebt nu twee vergelijkingen, met twee variabelen die u kunt gebruiken om het probleem op te lossen:
Vervang s in de tweede vergelijking met de definitie van s in de eerste vergelijking:
Mary is 20 jaar oud. Dat is hetzelfde antwoord dat u krijgt als u de oplossing met één variabele gebruikt.