Gebruikt om de bestandsinformatiemodus op uw Nikon D5300 - dummies

In de bestandsinformatieweergavemodus op uw Nikon D5300 geeft de monitor bepaalde gegevens weer. Hier is de sleutel tot welke informatie verschijnt, te beginnen aan de bovenkant van het scherm en aan het werk:

• Bestandsnummer / Totaal aantal bestanden: De eerste waarde geeft het nummer van de momenteel weergegeven foto aan; de tweede vertelt u het totale aantal bestanden in dezelfde map.

• Mapnaam: Mappen worden automatisch door de camera benoemd, tenzij u aangepaste mappen maakt. De eerste door de camera gemaakte map is 100D5300. Elke map kan maximaal 9, 999 afbeeldingen bevatten; wanneer u die limiet overschrijdt, maakt de camera een nieuwe map en wijst het volgende mapnummer toe: 101D5300, 102D5300, enzovoort.

• Bestandsnaam: De camera benoemt ook automatisch uw bestanden. Bestandsnamen eindigen met een drieletterige code die de bestandsindeling vertegenwoordigt, namelijk JPG (voor JPEG) of NEF (voor Raw) voor stilstaande foto's. Als u een film opneemt, is de bestandsextensie MOV; Als u een stofafwijkend referentiebeeldbestand maakt, een geavanceerde functie die is ontworpen voor gebruik met Nikon Capture NX 2, gebruikt de camera in plaats daarvan de extensie NDF.

  

  De eerste vier tekens van bestandsnamen kunnen ook variëren. Dit is wat de mogelijke codes aangeven:

  • DSC_ : u hebt de foto gemaakt met de standaardinstelling Color Space, sRGB.

  • _DSC : als u de instelling Kleurruimte wijzigt in Adobe RGB, komt het onderstrepingsteken eerst.

  • CSC_ : wanneer u een bewerkte kopie van een foto maakt met behulp van een van de functies van het retouchamenu met uitzondering van Formaat wijzigen, begint de bestandsnaam van de kopie met deze tekens. Als het onderstrepingsteken de letters voorafgaat, hebt u het origineel vastgelegd in de Adobe RGB-kleurruimte.

  • SSC_ : deze letters geven een kopie met een lagere resolutie aan van een foto die u hebt gemaakt met de optie Formaat wijzigen in het menu Retoucheren. Als de kleurruimte was ingesteld op Adobe RGB op het moment dat u de kopie maakte, begint de bestandsnaam in plaats daarvan met _SSC.

  Aan elke afbeelding wordt ook een 4-cijferig bestandsnummer toegekend, beginnend met 0001. Wanneer u afbeelding 9999 bereikt, start de bestandsnummering opnieuw op 0001 en gaan de nieuwe afbeeldingen naar een nieuwe map om te voorkomen dat de bestaande afbeelding wordt overschreven bestanden.

• Datum en tijd: Net onder de map- en bestandsnaaminfo ziet u de datum en tijd waarop u de foto hebt gemaakt. Natuurlijk hangt de nauwkeurigheid van deze gegevens af van het feit of u de datum- en tijdwaarden van de camera correct instelt, wat u doet via de optie Tijdzone en Datum in het menu Instellingen.

• Beeldkwaliteit: Hier kunt u zien welke beeldkwaliteitinstelling u hebt gebruikt bij het maken van de foto.Het korte verhaal is dit: Fine, Normal en Basic zijn de drie JPEG-opname-opties, waarbij Fine de hoogste JPEG-kwaliteit vertegenwoordigt. Raw verwijst naar het Nikon Raw-formaat, NEF. Als u de afbeelding in beide indelingen hebt vastgelegd, ziet u Raw + Fine (of Normaal of Basis). Er verschijnt slechts één miniatuur voor elk bestand.

• Afbeeldingsgrootte: Deze waarde vertelt u de afbeeldingsresolutie of het aantal pixels.

Er zijn ook enkele extra symbolen die verschijnen als u bepaalde functies voor naaste zij-camera's gebruikt, namelijk:

• Beveiligd symbool: Het sleutelpictogram geeft aan dat u de functie voor bestandsbescherming hebt gebruikt om te voorkomen dat beeld of film wordt gewist wanneer u de verwijderfunctie van de camera gebruikt. Dit gebied lijkt leeg als u geen bescherming hebt toegepast.

• Retoucheringssymbool: Dit pictogram verschijnt op afbeeldingen die u hebt gemaakt door een van de functies van het retoucheermenu toe te passen op een afbeelding. (De camera bewaart het origineel en past uw wijzigingen toe op een kopie.) U kunt de bijsnijdfunctie gebruiken om een ​​overmaat achtergrond weg te knippen. Het Trim-symbool verschijnt onder aan het scherm voor bijgesneden afbeeldingen. Voor bewerkte films zie je een klein schaarpictogram.

• Zenden naar Smart Device-symbool: Nadat u een foto hebt getagd voor Wi-Fi-overdracht naar een smartphone of tablet, verschijnt dit symbool. (U kunt films niet via Wi-Fi overbrengen.)

• Waarderingssymbool: U kunt een foto of film beoordelen, een tot vijf sterren toewijzen of, als u helemaal niet tevreden bent met het bestand, het labelen met een prullenbak zodat je hem gemakkelijk kunt vinden om hem te verwijderen. De classificatie geeft bijvoorbeeld een vijfsterrenfoto aan.