Video: iOS App Development with Swift by Dan Armendariz 2024
Constanten en variabelen moeten geïnitialiseerd worden voordat ze in Swift gebruikt worden. Er is echter meer dan één manier om dit te doen en verder te gaan met uw code. Als u niet zeker weet of uw aanpak werkt, test dan uw initialisatiestrategieën in een speeltuin. Hier is hoe:
-
Maak een nieuwe speeltuin met een enkele verklaring, zoals deze:
var x
-
Probeer je variabele, x, op de een of andere manier, te gebruiken:
x = x + 2
In dit geval krijgt u een foutmelding.
-
Voeg een initializer toe aan uw aangifte om deze fout te verhelpen, bijvoorbeeld:
var x = 2
Dit zorgt voor het probleem.
In een klasse of structuur gebruikt u een init voor elke opgeslagen eigenschap. Hier is een voorbeeld:
struct myStruct {var myStructVal: Double init (fromConstant my100: Double) {self. myStructVal = 100} init (fromParam myVal: Double) {self. myStructVal = myVal} init () {self. myStructVal = 1000;}}
Dit zijn de strategieën:
-
Initialiseren vanaf een standaardwaarde. Voorbeeld:
init () {self. myStructVal = 1000;}
-
Initialiseren met een constante negeren van doorgegeven waarden. Dit kan handig zijn bij het testen. Voorbeeld:
init (fromConstant my100: Double) {self. myStructVal = 100}
-
Initialiseren met een parameter. U kunt de waarde gebruiken om een berekening uit te voeren met de waarde van de parameter. Voorbeeld:
init (fromParam myVal: Double) {self. myStructVal = myVal}