Sparklines geven u de mogelijkheid om datatrends in uw Excel-dashboards weer te geven en rapporten. Wanneer u een of meer sparklines maakt, gebruiken deze (standaard) automatische asschaling. Met andere woorden, Excel bepaalt de minimale en maximale verticale aswaarden voor elke sparkline in de groep op basis van het numerieke bereik van de sparkline-gegevens.
Met het gereedschap Sparkline-gereedschappen → Ontwerp → Groep → Axis kunt u dit automatische gedrag overschrijven en de minimum- en maximumwaarde voor elke sparkline of voor een groep sparklines bepalen. Voor nog meer controle kunt u de optie Aangepaste waarde gebruiken en het minimum en maximum opgeven voor de sparklinegroep.
Axis scaling kan een groot verschil maken in de sparklines. Deze figuur toont twee groepen sparklines. De groep bovenaan gebruikt de standaardasinstellingen (Automatic For Each Sparkline-optie). Elke sparkline in deze groep toont de trend van zes maanden voor het product, maar er is geen indicatie van de grootte van de waarden.
De sparkline-groep onderaan (die dezelfde gegevens gebruikt), gebruikt de Sparkards-instelling voor de minimale en maximale aswaarden. Met deze instellingen is de omvang van de waarden voor de producten duidelijk zichtbaar, maar de trend in de loop van de maanden binnen een product is niet duidelijk.
De asschaaloptie die u kiest, hangt af van welk aspect van de gegevens u wilt benadrukken.