Hoe u uw SketchUp-model nauwkeurig kunt maken - dummies

Het is allemaal goed en wel om een model te maken, maar meestal moet u het maken zeker dat het juist is - dat wat je hebt gemodelleerd precies de maat is die je wilt zijn. De sleutel tot nauwkeurigheid in SketchUp is het kleine tekstvak dat zich in de rechterbenedenhoek van uw SketchUp-venster bevindt.

Dit vak is het vak Metingen en hier zijn enkele dingen die u ermee kunt doen:

Maak een regel een bepaalde lengte.
Teken een rechthoek van een bepaalde grootte.
Duw / trek een gezicht een bepaalde afstand.
Het aantal zijden van een polygoon wijzigen.
Verplaats iets over een bepaalde afstand.
Draai iets met een bepaald aantal graden.
Maak een bepaald aantal exemplaren.
Splits een lijn in een bepaald aantal segmenten.
Wijzig uw gezichtsveld (hoeveel u kunt zien).

Dit is wat u moet weten over het vak Metingen:

U hoeft niet te klikken in het vak Metingen om een getal in te voeren. Dit is een grote: SketchUp-beginners gaan er vaak van uit dat ze moeten klikken in het vak Metingen (om het te selecteren, vermoedelijk) voordat ze kunnen gaan typen.

U hoeft er niet op te klikken - begin gewoon met typen en alles wat u typt verschijnt automatisch in het vak. Wanneer u precies bent, "laat" SketchUp u altijd iets typen in dit vak.
Het vak Afmetingen is contextgevoelig. Wat dit vak bepaalt, is afhankelijk van wat u op dat moment toevallig doet. Als je een rand tekent met het gereedschap Lijn, weet het dat wat je ook typt een lengte is; als je iets roteert, weet het een hoek te luisteren.
U kunt de standaardeenheden voor het vak Metingen instellen en de standaardwaarde indien nodig opheffen.
- U hoeft geen eenheid te typen als u de standaardeenheid wilt gebruiken. Misschien wilt u dat een lijn die u tekent 14 inch lang is. Als inch de standaardmaateenheid is, typt u 14 in het vak Metingen en drukt u op Enter. SketchUp gaat ervan uit dat u 14 inch bedoelt.
- Typ wel een eenheid als u de standaardeenheid wilt overschrijven. Als u bijvoorbeeld standaard inch hebt en u wilt iets van 14 feet lang tekenen, typt u 14 ', gewoon om SketchUp te laten weten dat u' feet 'bedoelt in plaats van inches. U kunt de standaardmaateenheid overschrijven door elke gewenste eenheid te typen. Als u iets op een afstand van 25 meter wilt verplaatsen, typt u 25m en drukt u op Enter.
- U stelt de standaardeenheden in het dialoogvenster Modelinformatie in. U kunt dit dialoogvenster openen vanuit het menu Venster. Open het deelvenster Eenheden en kies uw nieuwe standaardeenheid in het vervolgkeuzemenu.
Soms doet het vak Metingen meer dan één ding. In bepaalde omstandigheden kunt u de modus ervan wijzigen (waarnaar het 'luistert') door een eenheidstype achter een nummer in te typen. Als u bijvoorbeeld een cirkel tekent, is de standaard "waarde" in het vak Metingen de straal - als u 6 invoert en op Enter drukt, krijgt u een cirkel met een straal van 6 inch.

Maar als u 6 s typt, vertelt u SketchUp dat u 6 zijden (en geen inches) wilt, dus eindigt u met een cirkel met 6 kanten. Als u 6 typt en op Enter drukt en vervolgens 6s typt en nogmaals op Enter drukt, tekent SketchUp een zeshoek (een 6-zijdige cirkel) met een straal van 6 inch.
Met het vak Metingen kunt u van gedachten veranderen. Zolang u niets doet nadat u op Enter hebt gedrukt, kunt u altijd een nieuwe waarde typen en nogmaals op Enter drukken; er is geen limiet aan het aantal keren dat je van gedachten kunt veranderen.
U kunt het veld Metingen gebruiken tijdens een bewerking. In de meeste gevallen kunt u het vak Metingen gebruiken om precies te zijn terwijl u een tool gebruikt. Dit werkt als volgt:
1. Klik eenmaal om uw bewerking te starten (zoals een lijn tekenen of het gereedschap Verplaatsen gebruiken).
2. Beweeg uw muis zodat u in de juiste kleurrichting gaat. Zorg ervoor dat u niet opnieuw klikt.
  
  Als u het gereedschap Lijn gebruikt en parallel aan de groene as wilt tekenen, moet u ervoor zorgen dat de rand die u tekent groen is.
3. Typ de gewenste dimensie zonder op het vak Metingen te klikken.
  
  De dimensie wordt weergegeven in het vak.
4. Druk op Enter om de bewerking te voltooien.
U kunt ook het vak Metingen na een bewerking gebruiken. Als u dit doet, wordt opnieuw bekeken wat u zojuist hebt gedaan.
1. Voltooi uw bewerking.
  
  Dit kan een lijn trekken, iets verplaatsen, iets draaien of een van de andere dingen die worden genoemd.
2. Typ, voordat u iets anders doet, de dimensie die u wilt en druk vervolgens op Enter.
  
  Wat je ook hebt gedaan, wordt opnieuw gedaan volgens wat je hebt getypt.

Om u een concreter voorbeeld te geven, zegt u dat u de doos, zoals weergegeven in de afbeelding, in totaal 5 meter in de rode richting wilt verplaatsen (parallel aan de rode as).

Dit is wat u doet:

Klik met het gereedschap Verplaatsen eenmaal op het vak om het op te halen.
Beweeg met uw muis totdat u de lineaire inferentie ziet die aangeeft dat u in de rode richting beweegt.
Type 5m en druk vervolgens op Enter. De doos bevindt zich op precies 5 meter van waar je hem hebt opgepakt.
Bij nader inzien ben je niet blij met de 5 meter, dus je besluit om hem te veranderen. Typ 15m en druk nogmaals op Enter.

De doos beweegt nog eens 10 meter in de rode richting.
Je kunt de positie van de box blijven veranderen totdat je tevreden bent (of verveelt).