Inhoudsopgave:
- De vormvulling instellen in PowerPoint 2013
- De vormcontour instellen
- Vormeffecten toepassen in PowerPoint 2013
Video: Word 2016 Stijlen aanpassen 2024
Het middelste gedeelte van het tabblad Tekentools in PowerPoint 2013 wordt Shape Styles genoemd. Hiermee kunt u verschillende stilistische functies van uw vormen beheren. U kunt bijvoorbeeld een vulkleur instellen, de omtrek instellen en effecten zoals schaduwen of reflecties toevoegen.
U kunt deze stijlen afzonderlijk instellen of u kunt een van de vooraf geselecteerde vormstijlen kiezen die wordt weergegeven in de groep Vormstijlen. Merk op dat de stijlen die in de groep Vormstijlen verschijnen, variëren, afhankelijk van het type vorm dat u hebt geselecteerd en het thema dat voor de presentatie wordt gebruikt.
Als u bijvoorbeeld een lijn selecteert, worden verschillende voorgedefinieerde lijnstijlen weergegeven. Maar als u een rechthoek selecteert, worden de stijlen weergegeven die geschikt zijn voor rechthoeken.
De vormvulling instellen in PowerPoint 2013
Met het besturingselement Vormvulling (in de groep Vormstijlen van het tabblad Hulpmiddelen voor tekenen) kunt u bepalen hoe vormen worden opgevuld. Het eenvoudigste type vulling is een effen kleur. Maar je kunt ook een afbeelding, een verloopvulling of een patroon gebruiken om de vorm te vullen.
Werken met vormvullingen lijkt op het werken met achtergrond- en themakleuren.
De vormcontour instellen
Met het besturingselement Shape Outline (in de groep Shape Styles op het tabblad Drawing Tools) kunt u de stijl van lijnobjecten of de rand voor objecten in vaste vorm wijzigen. U kunt de volgende instellingen voor de omtrek wijzigen:
-
Kleur: Hiermee stelt u de kleur in die voor de omtrek wordt gebruikt.
-
Gewicht: Hiermee stelt u de dikte van de lijn in.
-
Streepjes: Het streepjespatroon dat wordt gebruikt voor de lijnen die het object omlijnen. De standaard gebruikt een ononderbroken lijn, maar er zijn verschillende patronen beschikbaar om onderbroken lijnen te maken.
-
Pijlen: Lijnen kunnen aan een of beide uiteinden een pijlpunt hebben. Pijlpunten worden meestal gebruikt voor lijn- en boogobjecten.
Voor maximale controle over de omtrekstijl kiest u de opdracht Meer in het menu dat wordt weergegeven wanneer u op de knop Opvulling, omtrek of effecten klikt. Als u dit doet, wordt het taakvenster Format Shape weergegeven. Vanaf hier kunt u alle aspecten van de stijl van een lijn besturen: de kleur, breedte, het streepjespatroon en het type dop (verschillende pijlpunten kunnen worden toegepast).
Vormeffecten toepassen in PowerPoint 2013
Met de knop Vormeffecten op het tabblad Hulpmiddelen voor tekenen op het lint kunt u verschillende interessante soorten effecten op uw vormen toepassen. Wanneer u op deze knop klikt, wordt een menu met de volgende effectopties weergegeven:
-
Schaduw: Past een schaduw op de afbeelding toe. U kunt een van de verschillende vooraf gedefinieerde schaduweffecten selecteren, of u kunt een dialoogvenster openen waarin u de schaduw kunt aanpassen.
-
Reflectie: Creëert een gereflecteerd beeld van de foto onder de originele foto.
-
Glow: Voegt een gloeiend effect toe rond de randen van de afbeelding.
-
Zachte randen: Verzacht de randen van de afbeelding.
-
Bevel: Creëert een afgeschuind effect.
-
3D-rotatie: Roteert de afbeelding op een manier die een driedimensionaal effect creëert.
De beste manier om te ontdekken hoe u deze effecten gebruikt, is door ermee te experimenteren om te zien hoe ze werken.