Video: Juno’s Feelings | Beastars 2024
Een fundamenteel kenmerk van Junos OS is dat het de opdrachtregelinterface-opdrachten (CLI) scheidt in twee modi, de werkingsmodus en de configuratiemodus. De eerste wordt gebruikt voor controletaken. Dit laatste wordt gebruikt voor het configureren van een apparaat en een netwerk.
-
Operationele modus: een reeks opdrachten voor het beheren en bewaken van apparaatbewerkingen. U kunt bijvoorbeeld de status van de hardware en software controleren en onderhoudstaken uitvoeren, zoals het upgraden van software of het beheren van apparaatbestanden.
-
Configuratiemodus: een set opdrachten voor het instellen van het apparaat en het netwerk. U kunt bijvoorbeeld gebruikerstoegang, de systeemeigenschappen en de interfaces, protocollen en services van het apparaat configureren.
De Juno CLI structureert de activiteiten van elke modus verder in een reeks hiërarchieën. De hiërarchie van elke modus bestaat uit trapsgewijze vertakkingen van verwante functies die gewoonlijk gezamenlijk worden gebruikt, waar diepere niveaus steeds specifieker worden.
De gestructureerde hiërarchie van de CLI biedt praktische elegantie en het is een favoriete eigenschap van gebruikers van Juno. Door activiteiten logisch te groeperen, biedt de Juno CLI een vertrouwde, consistente structuur om te weten waar u zich bevindt, wat u zoekt, door de interface te navigeren en opdrachten in te voeren.
Ook als u een configuratie voor een bepaald aspect van het netwerk instelt, zoals de protocollen, of het netwerk verifieert of problemen oplost, bevindt alles zich op dezelfde plaats.
De handige hiërarchische structuur van Junos betekent dat u niet veel tijd verspilt aan het scrollen door de hele configuratie telkens wanneer u een wijziging wilt aanbrengen. U navigeert eenvoudigweg naar het noodzakelijke gebied van de opdrachtboom.