Netwerkbeheer: installatie van SQL Server 2008 - dummies

SQL Server 2008 wordt afzonderlijk gelicentieerd van Microsoft; het is niet opgenomen in een versie van Windows Server 2008. Als gevolg hiervan moet u het op een Windows Server-computer installeren voordat u het kunt gebruiken om SQL-databases te maken en openen.

U wilt deze installatieprocedure waarschijnlijk ten minste twee keer uitvoeren. Eerst moet u het op een servercomputer uitvoeren om de SQL Server 2008-servercomponenten te installeren en zo een SQL Server-instantie te maken. Vervolgens wilt u de installatieprocedure uitvoeren op een clientwerkstationcomputer om de beheercomponenten te installeren die u uitvoert vanaf een lokaal werkstation om de server te beheren. Afhankelijk van de behoeften van uw organisatie, moet u mogelijk ook het installatieprogramma meerdere keren uitvoeren om andere componenten te installeren.

De volgende stappen beschrijven de procedure voor het installeren van SQL Server 2008:

1. Plaats de SQL Server 2008-distributieschijf in het CD / DVD-station van de servercomputer.

   Het installatieprogramma zou automatisch moeten starten. Als dit niet het geval is, bladert u naar de schijf, opent u de map Servers en dubbelklikt u op de Splash. hta-bestand.

   

2. Klik onder de kop Installeren op de koppeling Servercomponenten, Hulpprogramma's, Boeken online en Samples.

   Hiermee start u het installatieprogramma van SQL Server 2008, dat begint met het weergeven van een pagina met een licentieovereenkomst.

3. Schakel het selectievakje Ik ga in en klik op Volgende.

4. Wees geduldig terwijl het installatieprogramma eventuele ontbrekende vereisten installeert.

   Dit duurt meestal maar een minuut terwijl het installatieprogramma ondersteuningsbestanden installeert die nodig zijn om de installatie te laten doorgaan.

5. Klik op Volgende wanneer de vereisten zijn geïnstalleerd.

   Het Setup-programma toont vervolgens het welkomstscherm van Microsoft SQL Server 2008 Setup.

   

6. Klik op Volgende.

   Het Setup-programma controleert of alle vereisten aanwezig zijn voor een succesvolle installatie van SQL Server 2008. Dit kan enkele minuten duren. Wanneer alle tests zijn voltooid, ziet u een scherm zoals het volgende scherm. Als er fouten of waarschuwingen worden gedetecteerd, moet u deze corrigeren voordat u doorgaat.

   

7. Klik op Volgende.

   Het Setup-programma vraagt ​​u om uw naam en bedrijfsnaam in te voeren om de installatie aan te passen.

8. Voer uw naam (verplicht) en bedrijfsnaam (optioneel) in en klik vervolgens op Volgende.

   In het volgende scherm kunt u selecteren welke componenten van SQL Server 2008 u wilt installeren.

   

9. Selecteer de componenten die u wilt installeren.

   U moet minimaal het eerste onderdeel, SQL Server Database Services, selecteren.

   U kunt specifieke elementen van een van de SQL Server-componenten selecteren door op de knop Geavanceerd te klikken.

   U moet ook de onderdelen van het werkstation installeren. U wilt deze echter meestal niet op dezelfde computer installeren waarop u de SQL Database Services-componenten installeert. In plaats daarvan wilt u deze hele procedure herhalen en de werkstationonderdelen op een clientcomputer installeren. U kunt deze componenten vervolgens gebruiken om de SQL Server vanaf een clientcomputer te beheren, zonder dat u zich bij de server hoeft aan te melden.

   In de rest van deze procedure wordt ervan uitgegaan dat u de SQL Server Database Services-componenten hebt geselecteerd om een ​​nieuwe SQL Server-instantie te installeren. Als u de Workstation-componenten installeert, zullen de prompts en stappen enigszins variëren.

10. Klik op Volgende.

    Het Setup-programma vraagt ​​vervolgens om de naam van het exemplaar dat u wilt maken. U kunt deze optieset instellen op Standaard exemplaar, waarbij de naam van de server als de instantienaam wordt gebruikt of u kunt uw eigen exemplaarnaam invoeren als u dat wilt.

    

11. Kies de naam van het exemplaar en klik op Volgende.

    Het scherm Serviceaccount wordt weergegeven. In dit scherm kunt u het Windows-account opgeven dat zal worden gebruikt om de SQL Server-services op de servercomputer uit te voeren. U kunt deze set overlaten aan de ingebouwde systeemaccount of, als u dat wilt, een domeinaccount kiezen om de services uit te voeren.

    Als u ervoor kiest een domeinaccount te gebruiken, moet u eerst Active Directory-gebruikers en computers gebruiken om het account te maken en moet u ervoor zorgen dat het account voldoende rechten heeft.

    

12. Selecteer het serviceaccount en klik vervolgens op Volgende.

    Het scherm Verificatiemodus verschijnt. In dit scherm kunt u een van de volgende twee methoden kiezen voor het verifiëren van gebruikers: Windows-verificatiemodus, die volledig afhankelijk is van Windows-domeinaccounts, en de gemengde modus, die Windows-domeinaccounts en -accounts gebruikt die in SQL Server zijn gemaakt.

    Tenzij u een specifieke reden hebt om de Mixed-modus te gebruiken (u hebt bijvoorbeeld oudere applicaties die afhankelijk zijn van SQL Server-accounts), is het raadzaam Windows-verificatiemodus te selecteren.

    

13. Selecteer de verificatiemodus en klik op Volgende.

    Er verschijnt een scherm met de naam Collatie-instellingen. In dit scherm kunt u de manier wijzigen waarop SQL Server gegevens sorteert. In de meeste gevallen moet u deze optie standaard laten staan.

14. Klik op Volgende.

    Er verschijnt een scherm met de naam Fout- en gebruiksrapportage-instellingen. Op dit scherm kunt u kiezen of de server diagnostische informatie naar Microsoft moet verzenden wanneer er fouten optreden en of de server gebruiksgegevens moet verzenden om Microsoft te laten weten welke functies van SQL Server u het meest gebruikt.

    U kunt deze functies inschakelen als u zich niet druk maakt om de privacy van deze informatie of de kleine uitvoeringsfout die de communicatie oplevert. Als u deze informatie privé wilt houden of zich obsessief zorgen maakt over de prestaties, kunt u deze functies uitschakelen.

15. Schakel de rapportage-instellingen in of uit en klik op Volgende.

    Het volgende scherm toont een samenvatting van welke componenten van SQL Server worden geïnstalleerd.

    

16. Klik op Installeren om met de installatie te beginnen.

    Het installatieprogramma wordt voortgezet met de installatie, wat enkele minuten kan duren. Er verschijnt een voortgangsscherm om de voortgang van de installatie aan te geven. Wanneer alle componenten zijn geïnstalleerd, verschijnt het scherm dat wordt weergegeven in Afbeelding 3-9.

    

17. Klik op Volgende om verder te gaan.

    Er verschijnt een laatste voltooiingsscherm om u te feliciteren met een goed werk.

18. Klik op Voltooien.

    U bent klaar!