Video: Goed starten met | Toevoegen van adressen (via Excel) 2024
De eerste stap bij het gebruik van Power Pivot is om deze met gegevens te vullen. Een manier is om Excel-tabellen te koppelen aan Power Pivot. In dit scenario hebt u drie gegevenssets in drie verschillende werkbladen: Klanten, FactuurHeader en Factuurgegevens.
U kunt de voorbeeldbestanden voor deze oefening vinden in de werkmap met de naam Hoofdstuk 2-voorbeelden. xlsx.
De dataset Klant bevat basisinformatie, zoals Klantnummer, Naam klant en Adres. De InvoiceHeader-gegevensset bevat gegevens die specifieke facturen naar specifieke klanten verwijzen. De gegevensset InvoiceDetails bevat de details van elke factuur.
Om de omzet per klant en per maand te analyseren, is het duidelijk dat u eerst op de een of andere manier deze drie tabellen moet samenvoegen. In het verleden moest je een reeks omdraaiingen doorlopen met betrekking tot VLOOKUP of andere slimme formules. Maar met Power Pivot kunt u deze relaties met slechts een paar klikken opbouwen.
Wanneer u Excel-gegevens koppelt aan Power Pivot, is het de beste praktijk om eerst de Excel-gegevens om te zetten naar expliciet genoemde tabellen. Hoewel dit technisch gezien niet noodzakelijk is, kunt u met tabellen met vriendelijke namen uw gegevens bijhouden en beheren in het Power Pivot-gegevensmodel. Als u uw gegevens niet eerst naar tabellen converteert, doet Excel dit voor u en geeft uw tabellen nutteloze namen als Table1, Table2, enzovoort.
Voer de volgende stappen uit om elke gegevensset om te zetten in een Excel-tabel:
- Ga naar het tabblad Klanten en klik ergens binnen het gegevensbereik.
- Druk op Ctrl + T op het toetsenbord.
Met deze stap wordt het dialoogvenster Tabel maken geopend, dat hier wordt weergegeven.
Converteer het gegevensbereik naar een Excel-tabel.
- Controleer in het dialoogvenster Tabel maken of het bereik voor de tabel juist is en of het selectievakje Mijn tabel met headers is ingeschakeld. Klik op de knop OK.
Nu moet u het tabblad Ontwerp van tabbladen op het lint zien.
- Klik op het tabblad Ontwerp van tabeltools en gebruik de tabelnaaminvoer om uw tabel een beschrijvende naam te geven, zoals weergegeven.
Deze stap zorgt ervoor dat u de tabel kunt herkennen wanneer u deze aan het interne gegevensmodel toevoegt.
Geef uw nieuw gemaakte Excel-tabel een beschrijvende naam.
- Herhaal stap 1 tot en met 4 voor de gegevenssets Invoice Header en Factuurdetails.
