Inhoudsopgave:
Video: Examen Wiskunde A - Meetniveaus van variabelen (kwantitatieve & kwalitatieve variabelen) 2024
Op de GRE Math-test dekken kwantitatieve vergelijkingsproblemen een breed scala aan onderwerpen. Als u bijvoorbeeld een eenvoudige wiskundige vraag hebt, moet u misschien bekend zijn met priemgetallen, factoren, veelvouden en absolute waarden.
In een kwantitatieve vergelijkingsvraag somt het probleem Hoeveelheid A en Hoeveelheid B op, zoals getallen, variabelen, vergelijkingen, woorden, cijfers enzovoort. Het is jouw taak om deze twee grootheden te vergelijken en te bepalen of één groter is, of ze gelijk zijn, of dat de relatie niet kan worden bepaald.
De volgende oefenvragen vereisen dat u priemfactoren en absolute waarden vergelijkt.
Praktijkvragen
-
Welke hoeveelheid is groter?
A: De grootste priemfactor van 36
B: de grootste priemfactor van 48
A. Hoeveelheid A is groter.
B. Hoeveelheid B is groter.
C. De hoeveelheden zijn gelijk.
D. Het kan niet worden bepaald op basis van de gegeven informatie.
-
Welke hoeveelheid is groter?
A: | -3 | + | -2 |
B: -3 + (-2)
A. Hoeveelheid A is groter.
B. Hoeveelheid B is groter.
C. De hoeveelheden zijn gelijk.
D. Het kan niet worden bepaald op basis van de gegeven informatie.
Antwoorden en toelichtingen
-
C. De hoeveelheden zijn gelijk.
Primaire factoren van 36 zijn 3 en 2. Primaire factoren van 48 zijn ook 3 en 2. De grootste priemfactor in beide gevallen is 3. Keuze (C) is het juiste antwoord.
-
A. Hoeveelheid A is groter.
Absolute waarde betekent hoe ver een getal 0 is.
Dus, hoeveelheid A is groter en maakt het juiste antwoord Keuze (A).