Inhoudsopgave:
Video: Examen Wiskunde A - Meetniveaus van variabelen (kwantitatieve & kwalitatieve variabelen) 2024
Op de GRE Math-test hebben kwantitatieve vergelijkingsproblemen betrekking op een breed scala aan onderwerpen. Een geometrie-vraag kan bijvoorbeeld vereisen dat u met cirkels, rechthoeken, driehoeken, cilinders of kubussen werkt.
In een kwantitatieve vergelijkingsvraag somt het probleem Hoeveelheid A en Hoeveelheid B op, zoals getallen, variabelen, vergelijkingen, woorden, cijfers enzovoort. Het is jouw taak om deze twee grootheden te vergelijken en te bepalen of één groter is, of ze gelijk zijn, of dat de relatie niet kan worden bepaald.
De volgende oefenvragen vragen je om hoeken in een driehoek en een vierhoek te vergelijken.
Praktijkvragen
-
AC >> CB >> AB . Welke hoeveelheid is groter? A: b
B: a
A. Hoeveelheid A is groter.
B. Hoeveelheid B is groter.
D. Het kan niet worden bepaald op basis van de gegeven informatie.
ABCD is een vierhoek. Welke hoeveelheid is groter?
-
A: hoek D
B: 55 graden A.
Hoeveelheid A is groter.
B. Hoeveelheid B is groter.
D. Het kan niet worden bepaald op basis van de gegeven informatie.
Antwoorden en toelichtingen A. Hoeveelheid A is groter.
De langste zijde van een driehoek bevindt zich tegenover de grootste hoek.
-
Vandaar
b >>
a >> c . Dus, hoeveelheid A is groter en keuze (A) is het juiste antwoord. C. De hoeveelheden zijn gelijk. De binnenhoeken van een vierhoek tellen op tot 360 graden. We kennen drie invalshoeken: Hun som is: Zo zijn de hoeveelheden gelijk, Keuze (C).