Inhoudsopgave:
Video: 20 Essential Excel Functions with Downloadable Reference Guide 2024
Het importeren van gegevens in Excel kan lastig zijn. Een probleem dat u kunt tegenkomen wanneer u gegevens in Excel importeert, is dat uw tekstlabels er niet goed uitzien. U kunt helpen uw gegevens schoon te houden met deze tekstfuncties.
De LEN-functie
De LEN-functie telt het aantal tekens in een tekstreeks. De functie gebruikt de volgende syntaxis:
LEN ( tekst )
Het argument tekst levert de tekenreeks die u wilt meten of verwijst naar de cel die de tekenreeks bevat. Gebruik bijvoorbeeld de lengte van de tekenreeks in cel I81 de volgende formule:
LEN (I81)
Als cel I81 de tekenreeks Semper fidelis bevat, retourneert de functie de waarde. Spaties worden ook geteld als tekens.
De LOWER-functie
De LOWER-functie retourneert een versie in kleine letters van een tekstreeks. De functie gebruikt de volgende syntaxis:
LOWER ( tekst )
Het argument tekst levert de tekststring die u wilt converteren of verwijst naar de cel die de tekenreeks bevat. Als u bijvoorbeeld de tekenreeks PROFESSIONAL wilt converteren naar professional, gebruikt u de volgende formule:
LOWER ("PROFESSIONAL")
De functie retourneert professioneel.
De MID-functie
De MID-functie retourneert een stuk tekst in het midden van de tekenreeks. De functie gebruikt de volgende syntaxis:
MID (tekst, begin_nummer, aantal_char)
Het argument tekst levert de tekststring aan waarvan u een tekstfragment ophaalt of het verwijst naar de cel die de tekst bevat draad. Het argument start_num vertelt Excel waar het fragment begint dat u wilt pakken. Het num_char -argument vertelt Excel hoe lang het tekstfragment is. Als u bijvoorbeeld het tekstfragment tac uit de tekenreeks tic tac toe wilt halen, gebruikt u de volgende formule:
= MID ("tic tac toe", 5, 3)
De functie keert terug.
De PROPER-functie
De PROPER-functie maakt de eerste letter van elk woord in een tekstreeks als hoofdletter. De functie gebruikt de volgende syntaxis:
PROPER ( tekst )
Het argument tekst levert de tekenreeks of verwijst naar de cel die de tekenreeks vasthoudt. Als u bijvoorbeeld de beginletters in de kennerstekst voor kennissymbolen wilt kapitaliseren, gebruikt u de volgende formule:
PROPER ("ambassadeur kennedy")
De functie retourneert de tekstreeks Ambassador Kennedy.