Inhoudsopgave:
- Passage A
- Van de vele diagnoses in het diagnostisch en statistisch handboek voor psychische stoornissen (DSM-III), doen maar heel weinig beroep op een etiologie in hun diagnostische criteria: (i) organische psychische stoornissen (bijvoorbeeld veroorzaakt door een neurologische afwijking); (ii) stoornissen in verband met drugsgebruik (bijvoorbeeld veroorzaakt door psychoactieve chemische stoffen); (iii) posttraumatische stressstoornis (PTSS); (iv) acute stressstoornis (ASS); en (v) aanpassingsstoornissen (AD's).
Video: How to Speed Read with Comprehension| How to Read Faster and Retain More 2024
De LSAT heeft een sectie begrijpend lezen die u verwacht vragen te kunnen beantwoorden op basis van de resultaten van verschillende passages. Bekijk deze vragen om een idee te krijgen van wat u op de testdag zou kunnen zien.
De vragen in dit artikel verwijzen naar de volgende twee passages. De eerste is aangepast van Posttraumatic Stress Disorder: Issues and Controversies, onder redactie van Gerald M. Rosen (Wiley). De tweede is aangepast van Posttraumatische Stressstoornis, bewerkt door Dan J. Stein, Matthew J. Friedman en Carlos Blanco (Wiley).
Passage A
Contorsie heeft de diagnose van posttraumatische stressstoornis (PTSS) gekweld sinds het verscheen in de derde editie van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-III). In het begin betoogden psychiaters die tegen de opname van de diagnose in de DSM-III waren, dat de problemen van aan trauma blootgestelde mensen al bestreken werden door combinaties van bestaande diagnoses.
Ratificerende PTSS zou alleen het samenlopen van geselecteerde symptomen met zich meebrengen bij mensen die lijden aan meerdere stoornissen (bijvoorbeeld fobieën, depressie en persoonlijkheidsstoornissen) en vervolgens deze bekende problemen toe te wijzen aan een traumatische gebeurtenis.
Passage B
Van de vele diagnoses in het diagnostisch en statistisch handboek voor psychische stoornissen (DSM-III), doen maar heel weinig beroep op een etiologie in hun diagnostische criteria: (i) organische psychische stoornissen (bijvoorbeeld veroorzaakt door een neurologische afwijking); (ii) stoornissen in verband met drugsgebruik (bijvoorbeeld veroorzaakt door psychoactieve chemische stoffen); (iii) posttraumatische stressstoornis (PTSS); (iv) acute stressstoornis (ASS); en (v) aanpassingsstoornissen (AD's).
De laatste drie worden allemaal veroorzaakt door blootstelling aan een stressvolle milieu-incident die groter is dan de coping-capaciteit van het getroffen individu.De veronderstelde causale relatie tussen de stressor en PTSS, ASS en AD is gecompliceerd en controversieel. Ondanks de controverse heeft de acceptatie van dit oorzakelijk verband beoefenaars en wetenschappers uitgerust met een conceptuele tool die de klinische praktijk in de afgelopen 30 jaar sterk heeft beïnvloed.
PTSS is voornamelijk een reactiestoornis in plaats van een gewijzigde basistoestand, zoals bij depressieve stoornis of algemene angststoornis. De psychopathologie wordt kenmerkend uitgedrukt tijdens interacties met de interpersoonlijke of fysieke omgeving. Mensen met PTSS worden verteerd door zorgen over persoonlijke veiligheid.
Ze scannen de omgeving voortdurend af op bedreigende stimuli. In geval van twijfel nemen ze eerder aan dat gevaar aanwezig is en zullen ze dienovereenkomstig reageren. De vermijdings- en hyperarousale symptomen die hieronder worden beschreven, kunnen binnen deze context worden begrepen.
Het primaat van traumatische over andere herinneringen (bijvoorbeeld de herbelevingsverschijnselen) kan ook worden begrepen als een pathologische overdrijving van een adaptieve menselijke reactie om zoveel mogelijk te onthouden over gevaarlijke ontmoetingen om soortgelijke bedreigingen in de toekomst te voorkomen.
De auteur van Passage A en de auteur van Passage B zijn het waarschijnlijkst het eens met welke van de volgende uitspraken over PTSS?
-
(A) Patiënten met PTSS maken zich zorgen over persoonlijke veiligheid.
-
(B) Er kan worden geargumenteerd dat de volledige ratificatie van PTSS meer op politiek dan op medisch bewijsmateriaal is gebaseerd.
-
(C) De diagnose PTSS is zeer controversieel.
-
(D) Het concept van trauma is beperkt tot catastrofale gebeurtenissen die de meesten in hun leven niet zullen ervaren.
-
(E) Patiënten die lijden aan PTSS willen zo veel mogelijk onthouden over gevaarlijke ontmoetingen en situaties, zodat ze in de toekomst soortgelijke bedreigingen kunnen voorkomen.
-
Welke van de volgende titels past het best bij beide passages?
-
-
(A) PTSS: een korte geschiedenis van een moderne controverse
-
(B) Falsehoods in de diagnostische en statistische handleiding voor psychische stoornissen
-
(C) De alarmerende groei van PTSS in Amerika
-
(D) PTSS: feit of fictie?
-
(E) PTSS: een casestudy
-
Welke van de volgende argumenten wordt NIET door de auteur van een van beide passages gemaakt?
-
-
(A) Tegen de huidige definitie van een
-
traumatische gebeurtenis zijn de meeste Amerikanen blootgesteld aan één. (B) PTSS-patiënten hebben meer kans dan een gemiddelde burger om zich in gevaar te voelen.
-
(C) De klinische praktijk is sterk beïnvloed door de veronderstelde causale relatie tussen een traumatische stressfactor en gevallen van PTSS, acute stressstoornis en aanpassingsstoornissen.
-
(D) Het besluit om PTSS op te nemen in de
-
Diagnostische en statistische handleiding werd aangemoedigd door belangenbehartigingsgroepen die zich inzetten voor Vietnam-veteranen die werken met anti-oorlogspsychiaters. (E) Patiënten met PTSS ervaren een gebrek aan interesse in dagelijkse activiteiten die ze gebruikten om plezierig te vinden.
-
Antwoordcode
-
C. De diagnose PTSS is zeer controversieel.
-
A. PTSS: een korte geschiedenis van een moderne controverse
-
E. Patiënten met PTSS ervaren een gebrek aan interesse in dagelijkse activiteiten die ze vroeger leuk vonden.