Inhoudsopgave:
Wanneer je een wetenschappelijke passage in de SAT aanvalt, biedt deze informatie verkregen uit experimenten, enquêtes of observatie (of een combinatie van alle drie.) Hoewel je geen wiskundige of technische termen hoeft te kennen, moet je de algemene wetenschappelijke woordenschat kennen. Je moet ook letten op de details in de tekst (en geef aan of er een is inbegrepen). > Voorbeeldvragen
Vragen 1-
5 verwijzen naar de volgende passage en figuur ( e doorklinkt en aangepast vanaf Het verhaal van verduisteringen, < door George F. Chambers [London: George Newnes, Ltd.]) .
Omdat de aarde en de maan vaste lichamen zijn, moeten ze allemaal een schaduw in de ruimte als gevolg van verlicht te zijn door de zon, een lichtbron. De verschillende lichamen die samen het Zonnestelsel vormen, de planeten en hun manen, zijn constant in beweging. Als we ons dus een lijn voorstellen tussen twee lichamen op een bepaald moment, zal een dergelijke lijn op een ander moment in een andere richting wijzen, en dus kan het gebeuren dat er soms drie van deze altijd bewegende lichamen in de buurt komen een en dezelfde rechte lijn. Wanneer een van de uitersten van de reeks van drie lichamen in een gemeenschappelijke richting de zon is, berooft het tussenlichaam het andere extreme lichaam, geheel of gedeeltelijk, van verlichting. Wanneer een van de uitersten de aarde is, onderschept het tussenlichaam het andere extreme lichaam geheel of gedeeltelijk van het zicht op waarnemers op plaatsen op de aarde die zich in de gemeenschappelijke lijn van richting bevinden, en het tussenlichaam lijkt voorbij te gaan over het andere extreme lichaam wanneer het de gemeenschappelijke richtingslijn ingaat of verlaat. De verschijnselen die het gevolg zijn van dergelijke contingenties van positie en richting worden op verschillende manieren
verduisteringen
, transits en occultatie s genoemd, afhankelijk van de relatieve schijnbare magnitudes van de tussenliggende en verduisterde lichamen, en in overeenstemming met de omstandigheden die hen vergezellen.
Verduisteringen van de zon zijn talrijker dan die van de maan in een verhouding van ongeveer drie of twee, maar op elke willekeurige plaats op de aarde zijn meer maansverduisteringen zichtbaar dan zonsverduisteringen, omdat verduisteringen van de maan, wanneer ze zich voordoen, zijn zichtbaar over het hele halfrond, of de helft, van de aarde die naar de maan is gericht. Het gebied waarover een totale zonsverduistering zichtbaar is, is slechts een gordel van de aarde van niet meer dan ongeveer 150 tot 170 mijl breed.
In de context van de eerste zin is de beste betekenis van "primair"(A) vroegst
-
(B) meest primitief
(C) meest direct
(D) meest elementair
Welke van de volgende woorden kan volgens de uitleg in deze passage als "een eclips" worden beschouwd?
(A) room in een kopje koffie mengen
-
(B) een appel voor een druif
(C) twee sterren helder in de lucht
(D) Mars en Venus < Wat is het beste bewijs voor het antwoord op vraag 2?
(A) Zin 1 ("verdwijning … anders")
(B) Paragraaf 2, zin 2 ("diverse lichamen … ontwerpresolutie")
-
(C) Paragraaf 2, laatste zin ("De verschijnselen als gevolg … deel te nemen. ")
(D) Paragraaf 3, zin 4 (" de baan van de maan … anders ")
De meest voorkomende stilistische apparaten in deze passage zijn
(A) definitie en voorbeeld
(B) vertelling en karakterisering
-
(C) beschrijving en figuratieve taal
(D) analogieën en impliciete vergelijking
Wat is in de context van paragraaf 2, zin 5, de beste definitie van "extreem"?
(A) overdreven(B) hoogste graad
-
(C) buiten
(D) meest geavanceerd
Antwoorden en toelichtingen
D.
Veel antwoordkeuzen hier, op de typische SAT-manier, zijn definities van
primair.
-
In de context van de eerste zin is echter alleen keuze (D) zinvol. Breng alles tot de essentie en een eclips ontstaat wanneer iets verdwijnt.
-
Keuze (B) past in de definitie en is het juiste antwoord.
A. De definitie van een eclips is "een verdwijning, het bedekken van iets door iets anders" (alinea 1, zin 1). De appel "bedekt" de druif en laat deze uit het zicht verdwijnen, dus deze zin ondersteunt het antwoord op vraag 2.
-
A.
De passage begint met een definitie van
eclipse -
en gaat over naar de voorbeelden van verduisteringen van de zon en de maan. Je ziet ook de definitie van
vlak in paragraaf 3, zin 3, om nog te zwijgen van de definities van nieuwe en volle manen. Keuze (A) is hier een duidelijke winnaar! C. Lid 2, zin 3, vraagt de lezer om zich de lijn tussen de zon, de maan en de aarde voor te stellen. Een daarvan is in het midden en elk van de andere twee is een 'extreem' - het buitenste
-
lichaam. Het diagram kan je hierbij helpen; het illustreert de positie van de drie lichamen tijdens een zonsverduistering.