Inhoudsopgave:
Video: Jan zat in de bak: 'Dacht dat ik in Marokko zat' | VERONICA INSIDE 2024
Het gedeelte SAT Writing and Language bevat verschillende vragen met betrekking tot de parallelle structuur, dat wil zeggen of de delen van een zin die een bepaalde taak uitvoeren grammaticaal consistent zijn. Een onderwerp en een werkwoord moeten bijvoorbeeld overeenkomen dat ze zowel enkelvoudig als meervoudig zijn, en werkwoordsduur moet ook consistent zijn.
In de volgende oefenvragen moet je beslissen of de werkwoorden in aantal overeenkomen met de zelfstandige naamwoorden die ze beschrijven.
Praktijkvragen
Vraag 1 is gebaseerd op de volgende informatie.
De volgende passage is een fragment uit Een praktische handleiding voor wetenschappelijke gegevensanalyse, door David J. Livingstone (Wiley-Blackwell).
Wellicht een van de meest bekende concepten in statistieken (1) zijn de frequentieverdelingen. Een grafiek van een frequentieverdeling wordt getoond in Figuur 2. 1, waar de Y-as (y -as) het aantal keren voorkomt van een bepaalde waarde van een variabele gegeven door de schalen van de abscis () > x -as).
Betreffende de onderstreepte passage
- A.
GEEN WIJZIGING B.
zijn frequentieverdelingen C.
is de frequentieverdeling D.
VERWIJDER het onderstreepte gedeelte Vraag 2 is gebaseerd op de volgende informatie.
De volgende passage is een uittreksel van
Biology For Dummies, door Rene Fester Kratz, PhD, en Donna Rae Siegfried (Wiley).
elektronentransportketens genoemd, en ze zijn gemaakt van een team van eiwitten die (2) in de membranen zitten en energie en elektronen door de machines overbrengen. Betreffende de onderstreepte passage
- A.
GEEN WIJZIGING B.
zit C.
is geplaatst D.
zitten Antwoorden en toelichtingen
Het juiste antwoord is Keuze (C).
- "Eén … is" is correct.
Het juiste antwoord is Keuze (B).
- 'Een team … zit' is correct en beknopter dan 'Een team … dat zit'. “