Video: Morning Routine Life Hacks - 35 Life Hacks and DIY Projects You Need to Try! 2024
Een try-instructie wordt gebruikt om uitzonderingen op te vangen die kunnen worden gegooid terwijl uw programma wordt uitgevoerd. Gebruik een try-instructie wanneer u een instructie gebruikt die een uitzondering kan opleveren. Zo zal uw programma niet crashen als de uitzondering optreedt.
De try-opdracht heeft de volgende algemene vorm:
probeer { instructies die uitzonderingen kunnen weggooien } catch ( uitzonderingstype-id ) { verklaringen die worden uitgevoerd wanneer uitzondering is gegooid } eindelijk { instructies die worden uitgevoerd ongeacht of uitzonderingen voorkomen
De instructies die een uitzondering in een try-blok kunnen veroorzaken. Dan vang je de uitzondering met een catch-blok. Het laatste blok wordt gebruikt om instructies te geven die worden uitgevoerd, ongeacht of er uitzonderingen zijn.
Hier is een eenvoudig voorbeeld:
int a = 5; int b = 0; // u weet dat dit niet zal werken probeer {int c = a / b; // maar probeer het toch} catch (ArithmeticException e) {System. uit. println ("Can not do that!");}
In het vorige voorbeeld wordt een uitzondering voor delen door nul gegenereerd wanneer het programma probeert a door b te splitsen. Deze uitzondering wordt onderschept door het catch-blok, dat een foutmelding op de console weergeeft.
Hier zijn een paar dingen om op te merken over testinstructies:
-
Je kunt meer dan één blok catch coderen. Op die manier kunt u, als de uitspraken in het try-blok meer dan één type uitzonderingsfout opleveren, elk type uitzondering vangen in een afzonderlijk blok catch.
In Java 7 kunt u meer dan één uitzondering vangen in één catch-blok. De uitzonderingen worden gescheiden door verticale balken, zoals deze:
probeer {// statements die kunnen gooien // FileNotFoundException // of IOException} catch (FileNotFoundException | IOException e) {System. uit. println (bijvoorbeeld getMessage ());}
-
Een try-blok is zijn eigen op zichzelf staande blok, los van het catch-blok. Als gevolg hiervan zijn alle variabelen die u in het blok try declareert niet zichtbaar voor het blok catch. Als je wilt dat ze zijn, meld ze dan onmiddellijk voor de try-statement.
-
De verschillende uitzonderingstypen zijn gedefinieerd als klassen in verschillende pakketten van de Java API. Als u een uitzonderingsklasse gebruikt die niet is gedefinieerd in de standaard java. lang pakket dat altijd beschikbaar is, moet u een importinstructie opgeven voor het pakket dat de uitzonderingsklasse definieert. Bijvoorbeeld:
java importeren. io. *;
-
Als u de uitzondering wilt negeren, kunt u de uitzondering vangen in het blok catch waarin zich geen instructies bevinden, zoals deze:
try {// Verklaringen die kunnen worden gegooid // FileNotFoundException} catch (FileNotFoundException e) {}
Deze techniek wordt "slikken van de uitzondering" genoemd en wordt als een gevaarlijke programmeerpraktijk beschouwd omdat programmafouten mogelijk onopgemerkt blijven.