Video: "Shall I Finish Your Letter?" For Seekers of Truth Everywhere 2024
Om echt de kracht van de C-taal te gebruiken, moeten uw programma's beslissingen nemen. Een computer kan niet denken, maar hij kan vergelijkingen maken, de resultaten van de vergelijkingen evalueren en vervolgens op die informatie reageren. Het if-sleutelwoord wordt gebruikt in C-programmering om vergelijkingen te maken en de stroom van uw programma te regelen.
Het if-sleutelwoord wordt in C gebruikt om een vergelijking te maken: een variabele wordt vergeleken met een waarde, of twee variabelen worden met elkaar vergeleken. Als het resultaat van die vergelijking waar is, worden een of meer instructies uitgevoerd. Als de vergelijking niet klopt, worden de uitspraken overgeslagen als een doos van drie maanden oud van Chinese afhaalmaaltijden aan de achterkant van uw koelkast.
In het Engels ziet de if-vergelijking er als volgt uit:
if (I_am_hungry == yes) {go_to (kitchen); snack = maken (eten); eet (snack);}
als wordt gevolgd door een vergelijking tussen haakjes. Dit is een wiskundige vergelijking. De operators in de volgende tabel worden gebruikt voor het vergelijken van de waarden van twee variabelen of de waarden van één variabele en een onmiddellijke waarde.
Operator | Betekenis | Voorbeeld |
---|---|---|
== | Is gelijk aan | decade == 10 |
<< Is kleiner dan | negatief <0 >> | Is groter dan |
eeuw> 100 | <= | Kleiner dan of gelijk aan |
little_kid <= 12 >> = | Groter dan of gelijk aan | miljonair> = 1000000 |
! = | Niet gelijk aan | vreemd! = 2 |
|
Geen puntkomma volgt de haakjes van de if-instructie. | De haakjes volgen is een of meer instructies, tussen haakjes geplaatst. Die uitspraken worden alleen uitgevoerd als de voorwaarde (tussen haakjes) waar is. Als de voorwaarde onwaar is, worden de instructies overgeslagen. De volgende verklaring, die volgt op de laatste steun van de persoon, wordt vervolgens uitgevoerd. |
Niet-gelijk is geschreven! =. Het teken voor
niet
in de C-taal is het uitroepteken. (Dit onderwerp komt elders naar voren als je meer te weten komt over C.) Net als met minder-dan-of-gelijk-aan en groter-dan-of-gelijk-aan, moet niet-gelijk worden geschreven! = en niet =!.Het helpt om == te onthouden voor een vergelijking als je het uitspreekt: "is gelijk aan" en niet "is gelijk aan. "Het enkele gelijkteken, =, wordt gebruikt in C voor toewijzing.