De volgende contouren zijn algemene netwerktermen die u moet begrijpen bij de voorbereidingen voor de A + -examens, inclusief LAN (Local Area Network) en Wide Area Network (WAN): > LAN:
- Een LAN (Local Area Network) (LAN) is een netwerk dat doorgaans één kantoorgebouw omvat, of zelfs netwerksystemen op één verdieping. Het belangrijkste punt om te onthouden bij het identificeren van een LAN is dat er niet veel afstand is tussen de systemen op het netwerk. WAN:
- Ter vergelijking, een Wide Area Network (WAN) is een netwerkomgeving waarin twee of meer LAN's worden verbonden. Elk LAN dekt doorgaans zijn eigen gebouw of kantoorlocatie. Bedrijven koppelen meestal elke kantoorlocatie aan een netwerk met de andere kantoorlocaties. Het verbinden van alle kantoorlocaties creëert het WAN. MAN:
- A grootstedelijk netwerk (MAN) is een netwerk dat groter is dan een LAN maar niet zo groot als een WAN-omgeving. De MAN bestrijkt een klein grootstedelijk gebied, terwijl een WAN gebieden in het hele land of de wereld kan bestrijken. PAN:
- A Personal Area Network (PAN) is een netwerk dat is gemaakt door kleinere persoonlijke apparaten die doorgaans Bluetooth gebruiken.