Inhoudsopgave:
Video: Learn Java Programming with Beginners Tutorial 2025
Binaire operatoren in Java zijn die welke vereisen dat twee operanden (variabelen of constanten) werken. Een unaire operator is een operator waarin u alleen de operator en de bijbehorende operand nodig hebt. In de volgende secties worden unaire operatoren besproken, zoals die gebruikt worden om de waarde in een variabele te verhogen of te verlagen.
Unaire operatoren voeren een bewerking uit op een enkele operand, zoals het verhogen of verlagen van de waarde binnen de operand. U moet in de meeste gevallen een variabele en geen constante gebruiken wanneer u met een unaire operator werkt.
Incrementerende en aflopende cijfers
De meest voorkomende unaire bewerkingen zijn oplopende en aflopende cijfers. In de meeste gevallen gebruikt een toepassing deze bewerkingen om de telling van iets bij te houden. U kunt ze echter altijd gebruiken als u de waarde van een variabele met één wilt verhogen of verlagen. In dit voorbeeld ziet u hoe de oplopende (++) en afnemende (-) operatoren werken.
Objecten maken
Door heel Java programmeert u verschillende soorten objecten. Java-applicaties vereisen meestal een of meer objecten om te kunnen werken. In feite is de Java-toepassing zelf een object. Telkens wanneer u de woordklasse in een vermelding ziet, heeft u het over objecten. Elke Java-applicatie is een klasse, wat betekent dat elke applicatie een object is.
Het is belangrijk om te weten hoe objecten werken. Wanneer u een klas maakt, is wat u echt aan het maken bent een blauwdruk. De blauwdruk beschrijft hoe een object te maken, maar het is niet het object. Als u een instantie van een klasse (het object) wilt maken, gebruikt u de nieuwe operator.
De nieuwe operator vertelt Java om een exemplaar van het aangevraagde object te maken met behulp van de klasse die u opgeeft als blauwdruk. Een toepassing kan zoveel instanties van een klasse maken als nodig, op voorwaarde dat er voldoende systeembronnen (zoals geheugen) zijn om dit te doen.
Eén type casten naar een andere
De act van casting transformeert het ene type variabele in een ander type. Het is belangrijk om te beseffen dat gieten geen soort magie is. Wat de computer betreft, zijn al uw gegevens 1s en 0s. De vertaling vindt gedeeltelijk plaats in hoe uw toepassing de gegevens bekijkt.
Wanneer u een cast maakt tussen ongelijksoortige typen, zoals het gieten van een type met een geheel getal naar een zwevend komma-type, verandert ook de daadwerkelijke vorm van de gegevens, maar niet op een manier waar u zich zorgen over hoeft te maken. (Het gebeurt allemaal automatisch onder de oppervlakte.)
Gieten kan gegevensverlies veroorzaken. Als u bijvoorbeeld een zwevend komma-type naar een integer-type typt, verliest u het decimale deel van het drijvende-kommagetal.Het gehele deel blijft echter intact.
Wanneer u een getal in een grotere container cast, zoals een lange, naar een kleinere container, zoals een int, kunt u de bovenste bits kwijtraken en de werkelijke waarde van het nummer wijzigen.
In alle gevallen vindt de cast plaats wanneer u het nieuwe type plaatst dat u wilt gebruiken tussen haakjes naast de oorspronkelijke variabele. Bijvoorbeeld, (float) MyInt werpt een int-type naar een float-type.