Video: Wat is een goede manier om van lens te wisselen? 2024
Met een dSLR ( digitaal single lensreflex) camera, zoals de Canon EOS 70D, kunt u lenzen aanpassen aan verschillende fotografische behoeften, bijvoorbeeld van een extreme close-uplens naar een superlange telelens. Bovendien heeft een dSLR-lens een scherpstelring die u de mogelijkheid biedt om handmatig scherp te stellen in plaats van te vertrouwen op het autofocusmechanisme van de camera.
Welke lens u ook kiest, volg deze stappen om hem aan de camera te bevestigen:
-
Schakel de camera uit en verwijder de kap die de lensvatting op de voorkant van de camera bedekt.
-
Verwijder de dop die de achterkant van de lens afdekt.
-
Zoek de juiste lensbevestigingsindex op de camerabehuizing.
Een bevestigingsindex is een markering die aangeeft waar de lens moet worden uitgelijnd met de camerabehuizing wanneer deze wordt aangesloten. Uw camera heeft twee van deze markeringen, één rood en één wit, zoals weergegeven in de volgende afbeelding.
Welke markering u gebruikt om uw lens uit te lijnen, is afhankelijk van het type lens:
-
Canon EF-S-lens: Het witte vierkant is de montage-index.
-
Canon EF-lens: De rode stip is de montage-index.
Kijk in de lenshandleiding voor hulp bij deze stap met een lens van een ander merk dan Canon.
Plaats de lens in de lensvatting met de montage-indexen uitgelijnd. -
-
Lijn de montage-index op de lens uit met die op de camera.
De lens heeft ook een bevestigingsindex. De bovenstaande afbeelding toont de afbeelding die op de 18-135 mm EF-S-kitlens verschijnt.
-
Houd de montage-indexen uitgelijnd en plaats de lens op de lensvatting van de camera.
-
Draai de lens met de klok mee totdat deze op zijn plaats klikt.
Met andere woorden: draai de lens in de richting van de lensontgrendelknop, aangeduid in de bovenstaande afbeelding.
Om een lens te verwijderen, zet u de camera uit, drukt u op de lensontgrendelingsknop, pakt u de achterste kraag van de lens vast en draait u de lens in de richting van de ontspanknopkant van de camera. Als u de lens loslaat van de houder, tilt u de lens van de camera. Plaats de achterste beschermkap op de achterkant van de lens en als u geen andere lens op de camera legt, bedek de lensvatting dan ook met de beschermkap.
Schakel lenzen altijd in een schone omgeving om het risico van stof en vuil in de camera of lens te verminderen. Voor extra veiligheid, richt de camera iets naar beneden tijdens het uitvoeren van deze manoeuvre om te voorkomen dat wrak in de lucht door zwaartekracht in de camera wordt getrokken.